Einde inhoudsopgave
Richtlijn 66/402/EEG betreffende het in de handel brengen van zaaigranen
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 21-02-1999
- Bronpublicatie:
14-12-1998, PbEG 1999, L 25 (uitgifte: 01-01-1999, regelingnummer: 98/95/EG)
- Inwerkingtreding
21-02-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-1998, PbEG 1999, L 25 (uitgifte: 01-01-1999, regelingnummer: 98/95/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Agrarisch recht (V)
Vervoersrecht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
1.
De Lid-Staten schrijven voor dat verpakkingen van basiszaad en gecertificeerd zaad van alle soorten
- a)
aan de buitenkant worden voorzien van een nog niet gebruikt officieel etiket dat voldoet aan de vereisten van bijlage IV en waarvan de gegevens gesteld zijn in een van de officiële talen van de Gemeenschap. De kleur van het etiket is wit voor basiszaad, blauw voor gecertificeerd zaad en gecertificeerd zaad van de eerste vermeerdering, en rood voor gecertificeerd zaad van de tweede vermeerdering. Indien in het etiket een gaatje is gemaakt, wordt bij de bevestiging van dat etiket steeds een officieel zegel gebruikt. Indien in de gevallen als bedoeld in artikel 4, lid 1, sub a), en lid 2, basiszaad of maïszaad niet voldoet aan de voorwaarden van bijlage II, met betrekking tot de kiemkracht, wordt dit op het etiket vermeld. Het gebruik van officiële kleefetiketten is toegestaan. Volgens de procedure van artikel 21 mag worden toegestaan dat de voorgeschreven aanduidingen onder officieel toezicht onuitwisbaar op de verpakkingen worden aangebracht volgens het model van het etiket;
- b)
een officieel certificaat bevatten in de kleur van het etiket en met ten minste de in bijlage IV, deel A, sub a), punten 3, 4 en 5, voor het etiket voorgeschreven gegevens. Het certificaat moet een zodanige vorm hebben dat het niet kan worden verward met het sub a) bedoelde etiket. Het certificaat is niet vereist wanneer de gegevens onuitwisbaar op de verpakking zijn aangebracht of wanneer overeenkomstig het bepaalde sub a) een kleefetiket of een etiket van scheurvrij materiaal wordt gebruikt.
2.
Voor op hun grondgebied gesloten kleine verpakkingen kunnen de lidstaten voorzien in afwijkingen van lid 1. Volgens de procedure van artikel 21 kunnen voorwaarden voor deze afwijkingen worden vastgesteld.
3.
Volgens de procedure van artikel 21 kunnen de Lid-Staten worden gemachtigd, tot en met 30 juni 1980 de bepalingen te handhaven waardoor zaaigranen in de handel kunnen worden gebracht op de verpakkingen waarvan de voorgeschreven gegevens anders zijn aangebracht dan bedoeld in lid 1, sub a), zesde zin.