Einde inhoudsopgave
Richtlijn 66/402/EEG betreffende het in de handel brengen van zaaigranen
Artikel 23
Geldend
Geldend vanaf 13-12-1990
- Bronpublicatie:
04-12-1990, PbEG 1990, L 353 (uitgifte: 01-01-1990, regelingnummer: 90/654/EEG)
- Inwerkingtreding
13-12-1990
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-1990, PbEG 1990, L 353 (uitgifte: 01-01-1990, regelingnummer: 90/654/EEG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Agrarisch recht (V)
Vervoersrecht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om het bepaalde in artikel 14, lid 1, uiterlijk op 1 juli 1968 en de overige bepalingen van deze richtlijn en van de bijlagen daarvan uiterlijk op 1 juli 1969 ten uitvoer te leggen. Zij stellen de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis.
Duitsland wordt gemachtigd om ten aanzien van het grondgebied van de voormalige Duitse Democratische Republiek op een latere dan de hierboven bedoelde datum, doch uiterlijk op 31 december 1992 wat het eerste en het vierde streepje betreft, en uiterlijk op 31 december 1994 wat het tweede en het derde streepje betreft, te voldoen aan:
- —
het bepaalde in artikel 3, lid 1, voor zover het gaat om:
- —
of wel zaaizaad dat vóór de Duitse eenwording is geoogst of daarna voor zover de teeltvelden voor zaaizaad vóór die datum werden ingezaaid,
- —
of wel ander zaaizaad, indien het is gecertificeerd overeenkomstig artikel 2, lid 2, onder c);
- —
het bepaalde in artikel 8, lid 2, met betrekking tot de beperking tot ‘kleine hoeveelheden’;
- —
het bepaalde in artikel 13, lid 1, voor zaaizaad van ‘Hordeum vulgare L.’;
- —
het bepaalde in artikel 16, binnen de grenzen van de traditionele handelsstromen en om te voldoen aan de produktiebehoeften van de ondernemingen in de voormalige Duitse Democratische Republiek.
Duitsland ziet erop toe dat het zaaizaad waarvoor van deze machtiging gebruik wordt gemaakt, met uitzondering van zaaizaad als bedoeld in het eerste streepje, tweede substreepje, slechts dan elders in de Gemeenschap dan op het grondgebied van de voormalige Duitse Democratische Republiek wordt binnengebracht, indien vaststaat dat aan de bij deze richtlijn vastgestele voorwaarden is voldaan.