Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1143/2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten
Artikel 4 Lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
22-10-2014, PbEU 2014, L 317 (uitgifte: 04-11-2014, regelingnummer: 1143/2014)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-10-2014, PbEU 2014, L 317 (uitgifte: 04-11-2014, regelingnummer: 1143/2014)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Algemeen
1.
De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen een lijst vast van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten (‘de Unielijst’), op basis van de criteria van lid 3 van dit artikel. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. De ontwerpuitvoeringshandelingen worden uiterlijk op 2 januari 2016 aan het in artikel 27, lid 1, bedoelde comité voorgelegd.
2.
De Commissie voert minstens elke zes jaar een uitgebreide evaluatie van de Unielijst uit en actualiseert haar, in voorkomend geval, in de tussentijd overeenkomstig de in lid 1 bedoelde procedure, door:
- a)
nieuwe invasieve uitheemse soorten toe te voegen;
- b)
de in de lijst opgenomen soorten te verwijderen, indien die soorten niet langer voldoen aan een of meer van de criteria van lid 3.
3.
Invasieve uitheemse soorten worden uitsluitend opgenomen in de Unielijst als ze aan alle onderstaande criteria voldoen:
- a)
uit het beschikbare wetenschappelijke bewijsmateriaal blijkt dat ze uitheems zijn op het grondgebied van de Unie, met uitsluiting van de ultraperifere regio's;
- b)
uit het beschikbare wetenschappelijke bewijsmateriaal blijkt dat ze in staat zijn een leefbare populatie te vormen en zich onder de huidige omstandigheden en in voorzienbare omstandigheden als gevolg van klimaatverandering in de omgeving te verspreiden in één biogeografische regio die door meer dan twee lidstaten wordt gedeeld of in één mariene subregio, met uitsluiting van hun ultraperifere regio's;
- c)
uit het beschikbare wetenschappelijke bewijsmateriaal blijkt dat ze waarschijnlijk aanzienlijke nadelige gevolgen zullen hebben voor de biodiversiteit of de aanverwante ecosysteemdiensten, en dat ze ook nadelige gevolgen kunnen hebben voor de menselijke gezondheid of de economie;
- d)
een krachtens artikel 5, lid 1, uitgevoerde risicobeoordeling heeft aangetoond dat gecoördineerd optreden op Unieniveau nodig is om de introductie, vestiging of verspreiding van de soort te voorkomen;
- e)
het is waarschijnlijk dat het opnemen van de soort in de Unielijst de nadelige gevolgen ervan daadwerkelijk zal voorkomen, tot een minimum beperken of matigen.
4.
De lidstaten kunnen bij de Commissie een verzoek indienen voor de opname van invasieve uitheemse soorten op de Unielijst. Deze verzoeken bevatten alle onderstaande elementen:
- a)
de naam van de soort;
- b)
een overeenkomstig artikel 5, lid 1, uitgevoerde risicobeoordeling;
- c)
bewijsmateriaal dat aantoont dat aan de criteria van lid 3 van dit artikel is voldaan.
5.
Op de Unielijst worden in voorkomend geval de goederen vermeld waarmee de invasieve uitheemse soorten gewoonlijk geassocieerd worden, en hun codes van de gecombineerde nomenclatuur, zoals bepaald in Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (1), alsook de categorieën van goederen die op grond van artikel 15 van deze verordening aan officiële controles zijn onderworpen.
6.
Bij het vaststellen of actualiseren van de Unielijst past de Commissie de criteria van lid 3 toe, met inachtneming van de uitvoeringskosten voor de lidstaten, de kosten indien niet wordt ingegrepen, de kosteneffectiviteit en de sociaaleconomische aspecten. De Unielijst bevat prioritair de invasieve uitheemse soorten die:
- a)
nog niet in de Unie aanwezig zijn, of in een vroeg stadium van invasie zijn, en die het meest waarschijnlijk significante nadelige gevolgen zullen hebben;
- b)
reeds in de Unie gevestigd zijn en de meest significante nadelige gevolgen hebben.
7.
Wanneer de Commissie de Unielijst voorstelt, toont zij tevens aan dat de doelstellingen van deze verordening beter kunnen worden verwezenlijkt door maatregelen op het niveau van de Unie.
Voetnoten
Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).