Einde inhoudsopgave
Leidraad Invordering 2008
24.1.1 Verrekening voorlopige teruggaaf inkomstenbelasting en beslagvrije voet
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
24-12-2020, Stcrt. 2020, 62963 (uitgifte: 30-12-2020, regelingnummer: 2020-171150)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-12-2020, Stcrt. 2020, 62963 (uitgifte: 30-12-2020, regelingnummer: 2020-171150)
- Vakgebied(en)
Invordering (V)
De ontvanger is bevoegd een van de belastingschuldige te innen bedrag te verrekenen met een voorlopige teruggaaf inkomstenbelasting als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Daarbij houdt hij rekening met de voor de belastingschuldige geldende beslagvrije voet. Als de belastingschuldige na een verrekening aannemelijk maakt dat voor hem een andere beslagvrije voet geldt, past de ontvanger de beslagvrije voet aan en houdt hij rekening met de aangepaste beslagvrije voet vanaf de laatste verrekening die plaatsvond vóór de indiening van het verzoek en bij de daaropvolgende verrekeningen.