Einde inhoudsopgave
Regeling burgerluchthavens
Bijlage 6 Berekeningsvoorschrift hoogtebeperkingen en omvang gebieden met hoogtebeperkingen in verband met de goede werking van de apparatuur voor luchtverkeerscommunicatie, -navigatie of -begeleiding
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2009
- Bronpublicatie:
27-10-2009, Stcrt. 2009, 16154 (uitgifte: 30-10-2009, regelingnummer: CEND/HDJZ-2009/1014)
- Inwerkingtreding
01-11-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-10-2009, Stcrt. 2009, 16154 (uitgifte: 30-10-2009, regelingnummer: CEND/HDJZ-2009/1014)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Vervoersrecht / Luchtvervoer
als bedoeld in artikel 9.
Het gebied en de hoogtebeperkingen worden voor de onderscheidenlijk aangeduide apparatuur berekend aan de hand van de onderstaande tabellen en figuren.
APPARATUUR | TABEL | FIGUUR |
---|---|---|
Distance Measuring Epuipment (DME) omni-directional | 1 | 1 |
Distance Measuring Epuipment (DME) directional behorend bij ILS | 2 | 2 en 3 |
VHF Omnidirectional Range (VOR) | 1 | 1 |
Direction Finder (DF) | 1 | 1 |
Non-Directional Beacon (NDB) | 1 | 1 |
Ground Based Augmentation System (GBAS) | 1 | 1 |
Instrument Landing System (ILS) | 2 | 2 en 3 |
Space Based Augmentation System (SBAS) | 1 | 1 |
Microwave Landing System (MLS) | 2 | 2 en 3 |
Very High Frequency (VHF) | 3 | 1 |
Primaire Radar | 4 | 1 |
Secundaire Radar | 4 | 1 |
Tabel 1. Geharmoniseerde afmetingen voor omni-directionele navigatie systemen
Type van het navigatie systeem | Alfa (α — conus) (°) | Straal (R -conus) (m) | Straal (r — cilinder) | Oorsprong van de conus |
---|---|---|---|---|
DME | 1,0 | 3000 | 300 | Basis van de antenne op grond niveau |
VOR | 1,0 | 3000 | 600 | Middelpunt van het antenne systeem op grond niveau |
Direction Finder (DF) | 1,0 | 3000 | 500 | Basis van de antenne op grond niveau |
Markers (ILS) | 20,0 | 200 | 50 | Basis van de antenne op grond niveau |
NDB | 5,0 | 1000 | 200 | Basis van de antenne op grond niveau |
GBAS grond referentie ontvanger | 3,0 | 3000 | 400 | Basis van de antenne op grond niveau |
GBAS VDB station | 0,9 | 3000 | 300 | Basis van de antenne opgrond niveau |
SBAS grond monitoring station | 3,0 | 3000 | 400 | Basis van de antenne op grond niveau |
Tabel 2. Geharmoniseerde afmetingen voor directionele navigatie systemen
Type van het navigatie systeem | a (m) | b (m) | h (m) | r (m) | D (m) | H (m) | L (m) | α (°) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
ILS LLZ (een frequentie systeem) | afstand tot de baandrempel (typische waarde ± 300 m) | 500 | 70 | a+6000 | 500 | 10 | 2300 | 30 |
ILS LLZ (twee frequentie systeem) | afstand tot de baandrempel (typische waarde ± 300 m) | 500 | 70 | a+6000 | 500 | 20 | 1500 | 20 |
ILS GP M-Type (twee frequentie systeem) | 800 | 50 | 70 | 6000 | 250 | 5 | 325 | 10 |
MLS AZ | afstand tot de baandrempel (typische waarde ± 300 m) | 20 | 70 | a+6000 | 600 | 20 | 1500 | 40 |
MLS EL | 300 | 20 | 70 | 6000 | 200 | 20 | 1500 | 40 |
DME (directioneel) | afstand tot de baandrempel (typische waarde ± 300 m) | 20 | 70 | a+6000 | 600 | 20 | 1500 | 40 |
Tabel 3. Geharmoniseerde afmetingen voor omni-directionele communicatie systemen
Type van het communicatie systeem | Alfa(α — conus) (°) | Straal (R — conus) (m) | Straal (r — cilinder) | Oorsprong van de conus |
---|---|---|---|---|
VHF Communicatie zender (Voice en digital) | 1,0 | 2000 | 300 | Basis van de antenne op grond niveau |
VHF Communicatie ontvanger (Voice en digital) | 1,0 | 2000 | 300 | Basis van de antenne op grond niveau |
Tabel 4. Geharmoniseerde afmetingen voor omnidirectionele radar systemen
Type van het radar systeem | Alfa (α — conus) (°) | Straal (R — conus) (m) | Straal (r — cilinder) | Oorsprong van de conus |
---|---|---|---|---|
Primaire Radar | 0,25 | 15000 | 500 | Basis van de antenne op grond niveau |
Secundaire Radar | 0,25 | 15000 | 500 | Basis van de antenne op grond niveau |
Figuur 1. Omnidirectionele systemen
De cilinder heeft als referentie de hoogte van het terrein ter plekke, de conus heeft als referentie een horizontaal vlak door het terrein ter plekke.