Einde inhoudsopgave
Regeling burgerluchthavens
Bijlage 3 Berekeningsvoorschrift veiligheidsgebied
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2009
- Bronpublicatie:
27-10-2009, Stcrt. 2009, 16154 (uitgifte: 30-10-2009, regelingnummer: CEND/HDJZ-2009/1014)
- Inwerkingtreding
01-11-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-10-2009, Stcrt. 2009, 16154 (uitgifte: 30-10-2009, regelingnummer: CEND/HDJZ-2009/1014)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Vervoersrecht / Luchtvervoer
als bedoeld in artikel 7, eerste lid.
Begripsbepaling
Strook: runway strip als bedoeld in Hoofdstuk 1 van deel 1 (Aerodrome Design and Operations) van bijlage 14 van het verdrag.
Baancode: de aerodrome reference code als bepaald op basis van tabel 1-1 in Hoofdstuk 1 van deel 1 (Aerodrome Design and Operations) van het verdrag.
Berekenen omvang van het veiligheidsgebied
Stap 1.
Het veiligheidsgebied wordt berekend vanaf de strook van een start- en landingsbaan aan elke korte zijde van de baan, symmetrisch ten opzichte van de doorgetrokken hartlijn van de baan.
Stap 2.
De lengte van het gebied bedraagt vanaf de strook:
- —
210 m bij een start- en landingsbaan met een baancode 1;
- —
300 m bij een start- en landingsbaan met een baancode 2;
- —
480 m bij een start- en landingsbaan met een baancode 3;
- —
840 m bij een start- en landingsbaan met een baancode 4.
Stap 3.
De breedte van het gebied bedraagt:
- —
60 m bij een start- en landingsbaan met een baancode 1;
- —
80 m bij een start- en landingsbaan met een baancode 2;
- —
150 m bij een start- en landingsbaan met een baancode 3 of 4.