Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/2115 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013
Artikel 53 Nationale financiële steun
Geldend
Geldend vanaf 07-12-2021
- Bronpublicatie:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2115)
- Inwerkingtreding
07-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2115)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Agrarisch recht (V)
Milieurecht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
In regio's van de lidstaten waar de producenten in de sector groenten en fruit in aanzienlijk mindere mate georganiseerd zijn dan het gemiddelde van de Unie, mogen de lidstaten producentenorganisaties die zijn erkend op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013, nationale financiële steun toekennen voor een bedrag van ten hoogste 80 % van de in artikel 51, lid 1, punt a), van deze verordening genoemde financiële bijdragen en van ten hoogste 10 % van de waarde van de op de markt afgezette productie van een dergelijke producentenorganisatie. De nationale financiële steun komt bovenop het actiefonds.
2.
De mate waarin producenten in een regio van een lidstaat georganiseerd zijn, wordt als aanzienlijk onder het gemiddelde van de Unie beschouwd wanneer de gemiddelde organisatiegraad minder dan 20 % is in drie opeenvolgende jaren voorafgaand aan de uitvoering van het operationele programma. De organisatiegraad wordt berekend als de waarde van de in de betrokken regio verkregen groenten- en fruitproductie die op de markt is gebracht door producentenorganisaties en unies van producentenorganisaties die zijn erkend op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013, gedeeld door de totale waarde van de in die regio verkregen groenten- en fruitproductie.
3.
De lidstaten die overeenkomstig lid 1 nationale financiële steun toekennen, stellen de Commissie in kennis van de regio's die aan de in lid 2 bedoelde criteria voldoen, en van de nationale financiële steun die aan producentenorganisaties in die regio's is toegekend.