Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2016/802 betreffende een vermindering van het zwavelgehalte van bepaalde vloeibare brandstoffen
Bijlage II Criteria voor het gebruik van emissiereductiemethoden als bedoeld in artikel 8, lid 4
Geldend
Geldend vanaf 10-06-2016
- Bronpublicatie:
11-05-2016, PbEU 2016, L 132 (uitgifte: 21-05-2016, regelingnummer: 2016/802)
- Inwerkingtreding
10-06-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2016, PbEU 2016, L 132 (uitgifte: 21-05-2016, regelingnummer: 2016/802)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Milieurecht / Energie
De in artikel 8 bedoelde emissiereductiemethoden voldoen ten minste aan de in onderstaande instrumenten vastgestelde criteria, indien van toepassing:
Emissiereductiemethode | Criteria voor het gebruik |
---|---|
Mengsel van scheepsbrandstof en verdampingsverlies | Besluit 2010/769/EU van de Commissie (1) |
Reinigingssystemen voor uitlaatgassen | Resolutie MEPC 184(59) van 17 juli 2009 ‘Scrubberwater afkomstig van reinigingssystemen voor uitlaatgassen die gebruikmaken van chemicaliën, additieven, preparaten en in situ gecreëerde chemische stoffen’, als bedoeld in paragraaf 10.1.6.1 van Resolutie MEPC 184(59), mag niet geloosd worden op zee, waaronder begrepen omsloten havens, havenbekkens en riviermondingen, tenzij de vervoerder aantoont dat een dergelijke lozing van scrubberwater geen significante negatieve gevolgen heeft en geen risico's veroorzaakt voor de gezondheid van de mens en voor het milieu. Bij gebruik van caustische soda als chemische stof is het voldoende dat het scrubberwater aan de criteria van Resolutie MEPC 184(59) voldoet en een pH heeft die niet hoger is dan 8,0. |
Biobrandstoffen | Gebruik van biobrandstoffen zoals gedefinieerd in Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) die aan de desbetreffende CEN- en ISO-normen voldoen. Mengsels van biobrandstoffen en scheepsbrandstoffen dienen te voldoen aan de zwavelnormen van artikel 5, artikel 6, leden 1, 2 en 5, en artikel 7 van deze richtlijn. |
Voetnoten
Besluit 2010/769/EU van de Commissie van 13 december 2010 inzake de opstelling van criteria voor de toepassing door vloeibaaraardgastankers van technologische methoden bij wijze van alternatief voor het gebruik van laagzwavelige scheepsbrandstoffen die voldoen aan de eisen van artikel 4 ter van Richtlijn 1999/32/EG van de Raad betreffende een vermindering van het zwavelgehalte van bepaalde vloeibare brandstoffen, gewijzigd bij Richtlijn 2005/33/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake het zwavelgehalte van scheepsbrandstoffen (PB L 328 van 14.12.2010, blz. 15).
Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16).