Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 782/2003 houdende een verbod op organische tinverbindingen op schepen
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 04-07-2008
- Bronpublicatie:
13-06-2008, PbEU 2008, L 156 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: 536/2008)
- Inwerkingtreding
04-07-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2008, PbEU 2008, L 156 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: 536/2008)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
In deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
‘aangroeiwerend systeem’: een toplaag, verf, oppervlaktebehandeling, oppervlak of inrichting die op een schip wordt gebruikt om het aangroeien van ongewenste organismen onder controle te houden of te voorkomen;
- 2.
‘brutotonnage’: de brutotonnage die is berekend overeenkomstig de voorschriften voor tonnagemeting van bijlage I bij het Internationaal Verdrag betreffende de meting van schepen, 1969, of daaropvolgende overeenkomsten;
- 3.
‘lengte’: de lengte als omschreven in de Internationale Conventie over laadlijnen, 1966, zoals gewijzigd bij het daarop betrekking hebbende protocol van 1988, of daaropvolgende overeenkomsten;
- 4.
‘schip’: een vaartuig, ongeacht het type, dat in het mariene milieu opereert; onder deze term zijn begrepen draagvleugelboten, luchtkussenvaartuigen, onderwatervaartuigen, drijvende vaartuigen, vaste dan wel drijvende platforms, FSU's (floating storage units — drijvende opslageenheden) en FPSO's (floating production storage and off-loading units — drijvende productie-, opslag- en verladingseenheden);
- 5.
‘AFS-Conventie’: de Internationale Conventie inzake controle op schadelijke aangroeiwerende systemen op schepen, die op 5 oktober 2001 is vastgesteld, ongeacht of deze al dan niet in werking is getreden;
- 6.
‘erkende organisatie’: een overeenkomstig Richtlijn 94/57/EG van de Raad van 22 november 1994 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties (1)erkende instantie;
- 7.
‘AFS-certificaat’: het overeenkomstig bijlage 4 bij de AFS-Conventie aan schepen afgegeven certificaat of, gedurende de overgangsperiode, een certificaat dat overeenkomstig het model van bijlage II bij deze verordening is afgegeven door de bevoegde instantie van een lidstaat of een namens deze optredende erkende organisatie;
- 8.
‘AFS-verklaring’: een overeenkomstig bijlage 4 bij de AFS-Conventie opgestelde verklaring of, gedurende de overgangsperiode, een door de eigenaar of diens gevolmachtigde ondertekende verklaring, opgesteld volgens het model van bijlage III bij deze verordening;
- 9.
‘Europese AFS-verklaring van overeenstemming’: een namens de overheid van een lidstaat door een erkende organisatie afgegeven document waarin overeenstemming met bijlage 1 bij de AFS-Conventie wordt bevestigd;
- 10.
‘interimperiode’: de periode die ingaat op 1 juli 2003 en eindigt op de datum van inwerkingtreding van de AFS-Conventie.
Voetnoten
PB L 319 van 12.12.1994, blz. 20. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/84/EG van het Europees Parlement en de Raad.