Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2023/1542 inzake batterijen en afgedankte batterijen, tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG en Verordening (EU) 2019/1020 en tot intrekking van Richtlijn 2006/66/EG
Artikel 48 Beleid van passende zorgvuldigheid inzake batterijen
Geldend
Geldend vanaf 17-08-2023
- Bronpublicatie:
12-07-2023, PbEU 2023, L 191 (uitgifte: 28-07-2023, regelingnummer: 2023/1542)
- Inwerkingtreding
17-08-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2023, PbEU 2023, L 191 (uitgifte: 28-07-2023, regelingnummer: 2023/1542)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
1.
Met ingang van 18 augustus 2025 voldoen marktdeelnemers die batterijen in de handel brengen of in gebruik nemen, aan de in de leden 2 en 3 van dit artikel, en in de artikelen 49, 50 en 52 neergelegde verplichtingen inzake passende zorgvuldigheid, en zetten zij daartoe beleidsmaatregelen van passende zorgvuldigheid inzake batterijen op en voeren die uit.
2.
De in lid 1 van dit artikel bedoelde marktdeelnemers laten hun beleid van passende zorgvuldigheid inzake batterijen door een aangemelde instantie overeenkomstig artikel 51 verifiëren (‘externe verificatie’) en regelmatig door die aangemelde instantie controleren om te waarborgen dat het beleid van passende zorgvuldigheid inzake batterijen wordt gehandhaafd en toegepast overeenkomstig de artikelen 49, 50 en 52. De aangemelde instantie verstrekt de gecontroleerde marktdeelnemer een auditrapport.
3.
De in lid 1 van dit artikel bedoelde marktdeelnemers houden gedurende tien jaar nadat de laatste batterij die uit hoofde van het toepasselijke beleid van passende zorgvuldigheid inzake batterijen is gefabriceerd, in de handel is gebracht, documentatie bij waaruit blijkt dat zij voldoen aan de in de artikelen 49, 50 en 52 neergelegde verplichtingen, met inbegrip van het verificatierapport en het goedkeuringsbesluit bedoeld in artikel 51, en de auditrapporten bedoeld in lid 2 van dit artikel.
4.
Onverminderd de individuele verantwoordelijkheid van marktdeelnemers voor hun beleid van passende zorgvuldigheid inzake batterijen, kunnen de in lid 1 van dit artikel bedoelde marktdeelnemers met het oog op de naleving van de in de artikelen 48, 49, 50 en 52 neergelegde eisen met andere marktdeelnemers samenwerken, inclusief via de uit hoofde van deze verordening erkende regelingen inzake passende zorgvuldigheid.
5.
Uiterlijk op 18 februari 2025 maakt de Commissie richtsnoeren bekend met betrekking tot de toepassing van de in de artikelen 49 en 50 neergelegde eisen inzake passende zorgvuldigheid wat betreft de in bijlage X, punt 2, bedoelde risico's, en met name in overeenstemming met de in bijlage X, punten 3 en 4, bedoelde internationale instrumenten.
6.
Om marktdeelnemers informatie en ondersteuning te bieden bij het nakomen van de verplichtingen inzake passende zorgvuldigheid uit hoofde van deze verordening, kunnen de lidstaten afzonderlijk of gezamenlijk specifieke websites, platforms of portalen opzetten en exploiteren.
7.
De Commissie kan de in lid 6 bedoelde steunmaatregelen van de lidstaten aanvullen door voort te bouwen op bestaande maatregelen van de Unie ter ondersteuning van passende zorgvuldigheid in de Unie en in derde landen, en kan met nieuwe maatregelen komen om marktdeelnemers te helpen aan hun verplichtingen uit hoofde van deze verordening te voldoen.
8.
De Commissie beoordeelt regelmatig of de lijst van grondstoffen en risicocategorieën in bijlage X moet worden bijgewerkt.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 89 gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde:
- a)
de lijst van grondstoffen in bijlage X, punt 1, en de lijst van risicocategorieën in bijlage X, punt 2, te wijzigen in het licht van de wetenschappelijke en technische vooruitgang bij de fabricage en chemische samenstelling van batterijen, alsook in het licht van wijzigingen van Verordening (EU) 2017/821;
- b)
de lijst van internationale instrumenten in bijlage X, punt 3, te wijzigen overeenkomstig de ontwikkelingen in de relevante internationale fora met betrekking tot normen in verband met beleid inzake passende zorgvuldigheid en bescherming van het milieu en sociale rechten;
- c)
de in de artikelen 49 en 50 vastgelegde verplichtingen van de in lid 1 van dit artikel bedoelde marktdeelnemers te wijzigen in het licht van wijzigingen van Verordening (EU) 2017/821, en de lijst van internationaal erkende instrumenten inzake passende zorgvuldigheid in bijlage X, punt 4, te wijzigen.