Einde inhoudsopgave
Wet aansprakelijkheid olietankschepen
Artikel 13 [Vereisten voor overeenkomst]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Bronpublicatie:
20-11-2006, Stb. 2006, 605 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken: 30658)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2006, Stb. 2006, 664 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Vervoersrecht / Zeevervoer
De overeenkomst tot verstrekking van financiële zekerheid ten aanzien van een schip dat teboekstaat in Nederland of dat teboekstaat in een Staat die niet bij het Verdrag partij is, of de vlag voert van zulk een Staat, moet voldoen aan het volgende:
- a.
de overeenkomst moet zijn aangegaan met een verzekeraar, een bank of een andere financiële instelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht of een andere persoon, van wie Onze Minister, na overleg met Onze Minister van Financiën, de financiële draagkracht tot het geven van dekking voor de uit deze wet en het Verdrag voortvloeiende aansprakelijkheid voldoende oordeelt;
- b.
de gelden uit de overeenkomst moeten, indien de verstrekker van financiële zekerheid buiten Nederland is gevestigd, ook werkelijk in Nederland ter beschikking kunnen komen;
- c.
uit de overeenkomst moet blijken, dat de benadeelde, in overeenstemming met artikel 7 van deze wet en met artikel VII, achtste lid, van het Verdrag, zijn vordering rechtstreeks tegen de verstrekker van financiële zekerheid kan instellen. Indien de overeenkomst een beding inhoudt dat de eigenaar zelf voor een deel in de vergoeding van de schade door verontreiniging zal bijdragen, moet uit de overeenkomst blijken, dat de verstrekker van financiële zekerheid niettemin jegens de benadeelde terzake van schade door verontreiniging gehouden blijft tot betaling ook van dat deel van de schadevergoeding;
- d.
uit de overeenkomst moet blijken, dat de verstrekker van financiële zekerheid deze binnen de tijdsduur waarvoor het certificaat van artikel 15 is afgegeven, niet eerder kan schorsen of beëindigen of zodanig wijzigen dat hij niet meer aan dit artikel voldoet, dan na verloop van drie maanden na de datum van ontvangst van een mededeling als bedoeld in artikel 18, eerste lid; tenzij het certificaat is ingeleverd of een nieuw is afgegeven vóór het verstrijken van de termijn.