Einde inhoudsopgave
Besluit Toelichting Tabel II
§ 2.4 In- en uitvoer van goederen en verband tussen douane- en btw-begrippen en -bepalingen
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stcrt. 2023, 27807 (uitgifte: 22-12-2023, regelingnummer: 2023-22510)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stcrt. 2023, 27807 (uitgifte: 22-12-2023, regelingnummer: 2023-22510)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / In- en uitvoer
Omzetbelasting / Intracommunautaire transactie
Omzetbelasting / Tarief
Douane (V)
Bij de in- en uitvoer van goederen is sprake van samenloop van de douane- en btw-regelgeving. Zowel bij de in- als de uitvoer van goederen sluit de wet zoveel mogelijk aan bij de relevante bepalingen over ‘in- en uitvoer’ in het DWU, de GVo DWU en de UVo DWU. Dit aspect kan aan de orde komen bij goederen die onder post a.1 of post a.2 vallen.
Invoer
Bij de invoer van goederen (volgens het DWU: niet-Uniegoederen) sluit de wet zowel voor de maatstaf van heffing als voor de formaliteiten bij invoer aan bij de bepalingen van het DWU (zie de artikelen 18, 19 en 22 van de wet). Bij goederen die de Unie binnenkomen en zich (nog) onder een douaneregime bevinden, is voor de btw-heffing nog geen sprake van invoer. Het gaat hier meestal om goederen die onder post a.1 vallen. Volgens het DWU is sprake van invoer wanneer de (douane)status van de goederen wijzigt van niet-Uniegoederen in Uniegoederen. Niet-Uniegoederen bevinden zich niet in het vrije verkeer1., Uniegoederen zijn wel in het vrije verkeer. De statuswijziging van niet-Uniegoederen in Uniegoederen vindt meestal plaats na het doen van de aangifte ten invoer, onder naleving van de daarbij behorende formaliteiten. Dit resulteert in het voldoen van invoerrechten en andere heffingen (zoals anti-dumpheffingen). Bij de aangifte ten invoer wordt ook de bij invoer verschuldigde btw voldaan, tenzij de btw-heffing op grond van artikel 23 van de wet wordt verlegd naar de ondernemer of het lichaam voor wie de goederen zijn bestemd.
Uitvoer
Bij de uitvoer van goederen (volgens het DWU: Uniegoederen) moet volgens het DWU een aangifte ten uitvoer worden gedaan. De goederen worden dan onder de douaneregeling uitvoer geplaatst. De goederen blijven onder douanetoezicht totdat de Douane heeft vastgesteld dat zij de Unie daadwerkelijk hebben verlaten (het uitgaan van de goederen). Op dat moment wijzigt de (douane)status van de goederen van Uniegoederen in niet-Uniegoederen. Bij de uitvoer van de goederen ontvangt de aangever na aanzuivering2. van de aangifte ten uitvoer een (elektronische) bevestiging van de Douane3. van het daadwerkelijk uitgaan van de goederen. In onderdeel 5 van de toelichting op post a.2 (goederen die door ondernemers worden uitgevoerd) wordt nader ingegaan op het aantonen van het nultarief bij de uitvoer van goederen.
Accijnsgoederen
Naast de douaneregelgeving is ook de accijnsregelgeving relevant voor de toepassing van het nultarief. Dit geldt met name voor de toepassing van posta.7 (zie de toelichting op post a.7).
Verschillen
Naast de overeenkomsten zijn er ook verschillen tussen de douane- en de btw-regelgeving. Een belangrijk verschil is dat de douaneregelgeving voornamelijk aanknoopt bij goederen en het voldoen aan de daarbij behorende douaneformaliteiten (formele toets), terwijl de btw-regelgeving zich richt op het in het economisch verkeer brengen van de goederen, zodat ze beschikbaar zijn voor verbruik (materiële toets). Door dit verschil in benadering is het mogelijk dat in bepaalde situaties voor de douaneregelgeving sprake is van invoer, terwijl dat voor de btw-regelgeving niet het geval is of andersom4..
Een ander verschil is de omvang van het gebied waarbinnen de douane-regelgeving en de btw-regelgeving gelden (het douanegebied en het btw-gebied van de Unie). In het volgende onderdeel wordt hierop nader ingegaan.
Voetnoten
Dit is bijvoorbeeld het geval bij goederen die onder een douaneregime vallen, zoals de regeling douane-entrepot en de regeling douanevervoer.
´Aanzuivering´ houdt in dat de Douane heeft vastgesteld dat de goederen voldoen aan de douaneregeling ´uitvoer´ door het feitelijk uitgaan van de goederen.
Via de confirmation of exit.
Zie HvJ 10 juli 2019, C-26/18 (Federal Express) ECLI:EU:C:2019:579), HvJ 2 juni 2016, C-226/14 en C-228/14 (Eurogate Distribution) ECLI:EU:C:2016:405 en HvJ 8 november 2012, C-165/11 (Profitube) ECLI:EU:C:2012:692.