Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie
Aanhangsel 16 Vermelding 78 — Regels voor het aantonen van de oplosbaarheid
Geldend
Geldend vanaf 17-10-2023
- Bronpublicatie:
25-09-2023, PbEU 2023, L 238 (uitgifte: 27-09-2023, regelingnummer: 2023/2055)
- Inwerkingtreding
17-10-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-2023, PbEU 2023, L 238 (uitgifte: 27-09-2023, regelingnummer: 2023/2055)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
In dit aanhangsel zijn de toegestane testmethoden en de testvoorwaarden opgenomen waarmee voor de toepassing van vermelding 78 kan worden aangetoond dat een polymeer oplosbaar is. De tests worden uitgevoerd door laboratoria die voldoen aan de beginselen van goede laboratoriumpraktijken van Richtlijn 2004/10/EG of aan andere internationale normen die door de Commissie of het Agentschap als gelijkwaardig zijn erkend, of die volgens ISO 17025 zijn geaccrediteerd.
Toegestane testmethoden:
- 1.
OESO-richtsnoer 120
- 2.
OESO-richtsnoer 105
De test wordt uitgevoerd op een testmateriaal bestaande uit een polymeer dat of polymeren die deel uitmaken van deeltjes of daarop een continue oppervlaktecoating vormen (‘polymeerdeeltjes’) die qua samenstelling, vorm, grootte en oppervlakte vergelijkbaar zijn met de polymeerdeeltjes in het product of, indien dit technisch niet haalbaar is, met de polymeerdeeltjes die worden verwijderd of die in het milieu vrijkomen.
In afwijking van de derde alinea wordt, voor polymeerdeeltjes die afmetingen van meer dan 0,25 mm in alle richtingen hebben of die een lengte-diameterverhouding van meer dan 3 hebben en langer zijn dan 0,25 mm, de grootte van de testen polymeerdeeltjes overeenkomstig OESO-richtsnoer 120 verminderd zodat de afmeting van het polymeerdeeltje in ten minste één richting, of, voor polymeerdeeltjes met een lengte-diameterverhouding van meer dan 3, de lengte van het polymeerdeeltje, tussen 0,125 en 0,25 mm ligt. Voor polymeerdeeltjes die naast een of meer polymeren ook anorganische stoffen bevatten, zoals polymeerdeeltjes die met anorganische stoffen zijn ingekapseld of polymeerdeeltjes waarbij een polymeer op een anorganische drager is geënt, volstaat het om aan te tonen dat het polymeer voldoet aan het slagingscriterium. Daartoe is het toegestaan de oplosbaarheid van het polymeer of de polymeren te testen vóór de vorming van de polymeerdeeltjes.
Voor de oplosbaarheidstest gelden de volgende voorwaarden:
- —
temperatuur 20 °C
- —
pH 7
- —
dosering: 10 g/1 000 ml
- —
duur van de test: 24 uur
Slagingscriterium: oplosbaarheid [amp]gt; 2 g/l..