Einde inhoudsopgave
Mediawet 2008
Artikel 2.142 [Tegenprestatie derden]
Geldend
Geldend vanaf 31-03-2016
- Bronpublicatie:
16-03-2016, Stb. 2016, 114 (uitgifte: 30-03-2016, kamerstukken: 34264)
- Inwerkingtreding
31-03-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-03-2016, Stb. 2016, 115 (uitgifte: 30-03-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Media
Informatierecht / Reclame
1.
De NPO, de RPO en de publieke media-instellingen zorgen er voor dat leden van hun organen, werknemers en andere personen of rechtspersonen waarmee een overeenkomst is gesloten met het oog op de uitvoering van de publieke mediaopdracht, voor zichzelf of voor anderen geen op geld waardeerbaar voordeel van derden bedingen of aanvaarden dat direct of indirect verband houdt met werkzaamheden van de betrokkene voor de instelling, tenzij het daartoe bevoegde orgaan van de instelling daarvoor toestemming heeft gegeven.
2.
Toestemming wordt alleen gegeven als de betrokkene aannemelijk maakt dat het voordeel niet is bedoeld als tegenprestatie voor het door hem in de uitoefening van zijn werkzaamheden voor de instelling bevoordelen van derden.
3.
Een persoon of rechtspersoon die een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid heeft gesloten, wordt ten opzichte van degenen die in zijn dienst werken niet aangemerkt als een derde.
4.
De landelijke publieke media-instelling die samenwerkingsomroep is, draagt ervoor zorg dat de omroepverenigingen die hij vertegenwoordigt, overeenkomstig het eerste tot en met derde lid handelen.