Einde inhoudsopgave
Mediawet 2008
Artikel 2.139 [Programmagegevens]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2014
- Bronpublicatie:
14-06-2014, Stb. 2014, 214 (uitgifte: 20-06-2014, kamerstukken: 33923)
- Inwerkingtreding
01-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-06-2014, Stb. 2014, 215 (uitgifte: 20-06-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Media
Informatierecht / Reclame
1.
De landelijke publieke media-instellingen stellen de volgende gegevens van hun programma-aanbod ter beschikking van de NPO: per programma de titel, een korte omschrijving, de naam van de landelijke publieke media-instelling die het programma verzorgt, het programmakanaal waarop het programma wordt verspreid, de datum en het tijdstip van verspreiding, en de classificatie, bedoeld in artikel 4.2.
2.
De landelijke publieke media-instellingen aanvaarden dat de NPO de gegevens voor vermenigvuldiging en openbaarmaking aan het publiek via gedrukte of elektronische programmagidsen ter beschikking stelt aan de omroeporganisaties en tegen een marktconforme vergoeding aan andere afnemers die daarom verzoeken.
3.
De landelijke publieke media-instellingen stellen de gegevens, bedoeld in het eerste lid, tijdig ter beschikking van de NPO. De NPO stelt die gegevens ten minste zes weken voorafgaand aan de verspreiding van het desbetreffende programma-aanbod ter beschikking van de omroeporganisaties en van de andere afnemers, bedoeld in het tweede lid.
4.
De NPO sluit met de andere afnemers, bedoeld in het tweede lid, een overeenkomst met betrekking tot de beschikbaarstelling van de gegevens. De overeenkomst bepaalt in elk geval dat de gegevens niet worden gewijzigd, en bevat overigens geen bepalingen of voorwaarden die de terbeschikkingstelling van de gegevens hinderen.
5.
Het bedrag van de vergoeding, bedoeld in het tweede lid, is voor zover het betreft afnemers die programmagidsen binnen Nederland uitbrengen:
- a.
voor gedrukte programmagidsen: € 0,0195 voor elk afgezet exemplaar van een gedrukte programmagids;
- b.
voor elektronische programmagidsen die door middel van technische voorzieningen die de ontvangst van televisieprogramma's op digitale wijze mogelijk maken, gevoed of verspreid worden: per maand per huishouden € 0,006 voor elke zodanige technische voorziening; en
- c.
voor overige elektronische programmagidsen: per jaar € 2.500 per elektronische programmagids.
6.
Het Commissariaat kan bij regeling andere bedragen dan de bedragen, bedoeld in het vijfde lid, vaststellen, als de resultaten van zijn tweejaarlijks onderzoek naar de marktprijs van de vergoedingen daartoe aanleiding geven. Het Commissariaat maakt de resultaten van het onderzoek en de wijze van berekening van de marktprijs van de vergoedingen bekend.