Einde inhoudsopgave
Omgevingsverordening provincie Groningen 2009
Artikel 2.4 Aanvraag
Geldend
Geldend vanaf 22-12-2009
- Bronpublicatie:
17-06-2009, Provinciaal blad van Groningen 2009, 15 (uitgifte: 01-07-2009, regelingnummer: A.1)
- Inwerkingtreding
22-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-02-2010, Provinciaal blad van Groningen 2010, 2 (uitgifte: 10-02-2010, regelingnummer: 2010-227319ABJ)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
De schriftelijke aanvraag om een ontheffing, bedoeld in artikel 10.33, derde lid, van de Wet milieubeheer, wordt in vijfvoud ingediend.
2.
De aanvraag bevat ten minste de volgende gegevens en bescheiden:
- a.
het gemeentelijk rioleringsplan, bedoeld in artikel 4.22 van de Wet milieubeheer, of, indien het plan nog niet is vastgesteld, een overzicht van de aanwezige voorzieningen en de overige gegevens, bedoeld in artikel 4.22, tweede lid, van de Wet milieubeheer, voor dat deel van de gemeente waarop de aanvraag om ontheffing betrekking heeft;
- b.
een overzicht van de lozingssituatie in dat deel van de gemeente waarop de aanvraag om ontheffing betrekking heeft;
- c.
de gevolgen voor het milieu indien geen voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater worden getroffen;
- d.
alternatieve voorzieningen voor verwerking van het afvalwater van de betreffende percelen;
- e.
indien over het voornemen van de gemeente tot het achterwege laten van de voorzieningen overleg is gevoerd met de betrokken waterkwantiteitsbeheerder of waterkwaliteitsbeheerder: de resultaten van dat overleg.
3.
Gedeputeerde Staten stellen de betrokken waterkwantiteitsbeheerder en de waterkwaliteitsbeheerder in de gelegenheid advies uit te brengen over het op de aanvraag te nemen besluit.