Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
4.2 Het zoeken naar en verrichten van arbeid, al dan niet in loondienst
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (16-01-2019).
- Bronpublicatie:
07-12-2018, Stcrt. 2018, 69964 (uitgifte: 31-12-2018, regelingnummer: WBV 2018/14)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-12-2018, Stcrt. 2018, 69964 (uitgifte: 31-12-2018, regelingnummer: WBV 2018/14)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling aan een Nederlandse instelling voor hoger onderwijs met goed gevolg een geaccrediteerde bachelor- of masteropleiding of een postdoctorale opleiding heeft afgerond:
- •
een diploma of getuigschrift; of
- •
een verklaring met de datum waarop aan alle voorwaarden is voldaan voor het verkrijgen van een diploma of getuigschrift van die opleiding.
De IND beschouwt als bewijsmiddel, waaruit moet blijken dat de vreemdeling een dergelijke opleiding heeft afgerond, een diploma of getuigschrift van een onderwijsinstelling die:
- •
opleidingen verzorgt in het kader van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;
- •
opleidingen verzorgt in het kader van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken; of
- •
is aangewezen in het Voorschrift Vreemdelingen.
De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling een Erasmus Mundus Masters Course heeft afgerond:
- •
een diploma of getuigschrift; en
- •
een schriftelijke diplomawaardering van Nuffic van dit diploma of getuigschrift.
De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling een masteropleiding, een postdoctorale opleiding of een promotietraject aan een buitenlandse onderwijsinstelling als bedoeld in artikel 3.23 VV heeft afgerond:
- •
een diploma of getuigschrift; en
- •
een schriftelijke diplomawaardering van Nuffic van dit diploma of getuigschrift.
Een diplomawaardering van Nuffic hoeft niet overgelegd te worden als de opleiding voorkomt in het Vlaamse Hogeronderwijsregister.
De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling een minimaal niveau van kennis van de Engelse of Nederlandse taal heeft:
- •
een testrapport van het International English Language Testing System met een minimale score van 6.0; of
- •
een testrapport van een andere Engelse taaltest zoals opgenomen in de Gedragscode internationale student hoger onderwijs met een vergelijkbare minimale score; of
- •
een diploma, certificaat of document als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van het Besluit inburgering; of
- •
een bewijsstuk waaruit blijkt dat de vreemdeling zijn masteropleiding, postdoctorale opleiding of promotietraject heeft genoten in het Engels of het Nederlands.