Einde inhoudsopgave
Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar Lid-Staten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 01-03-1998
- Bronpublicatie:
17-07-1995, Trb. 1996, 29 (uitgifte: 01-02-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-03-1998, Trb. 1998, 61 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
1.
De bepalingen van dit hoofdstuk vormen geen beletsel voor het door de Gemeenschap handhaven van een landbouwelement bij invoer van de in bijlage I[lees: bijlage 1] genoemde goederen van oorsprong uit Tunesië.
Dit landbouwelement houdt verband met de verschillen in prijs op de markt van de Gemeenschap van de landbouwprodukten die geacht worden in deze goederen te zijn verwerkt en de prijs van uit derde landen ingevoerde produkten, wanneer de totale kosten van genoemde basisprodukten hoger zijn in de Gemeenschap. Het landbouwelement kan de vorm van een vast bedrag of een ad valorem recht aannemen. Zo nodig kunnen specifieke rechten worden ingesteld, waarbij rekening wordt gehouden met de hoogte van het landbouwelement of ad valorem rechten.
De op landbouwprodukten van toepassing zijnde bepalingen van hoofdstuk 2 zijn mutatis mutandis van toepassing op het landbouwelement.
2.
De bepalingen van dit hoofdstuk vormen geen beletsel voor Tunesië om in de rechten die van toepassing zijn bij invoer van de in bijlage 2 genoemde produkten van oorsprong uit de Gemeenschap een landbouwelement te onderscheiden. Het landbouwelement kan de vorm van een vast bedrag of een ad valorem recht aannemen.
De op landbouwprodukten van toepassing zijnde bepalingen van hoofdstuk 2 zijn mutatis mutandis van toepassing op het landbouwelement.
3.
Op de in lijst 1 van bijlage 2 opgenomen produkten van oorsprong uit de Gemeenschap past Tunesië bij de inwerkingtreding van de overeenkomst geen hogere invoerrechten en heffingen van gelijke werking toe dan die welke op 1 januari 1995 van toepassing waren binnen de grenzen van de in genoemde lijst opgenomen tariefcontingenten.
In de loop van de afschaffing van het industrie-element in de rechten, overeenkomstig het bepaalde in lid 4, worden op de produkten voor welke de tariefcontingenten worden opgeheven, geen hogere rechten toegepast dan die welke op 1 januari 1995 van toepassing waren.
4.
Voor de in lijst 2 van bijlage 2 opgenomen produkten van oorsprong uit de Gemeenschap schaft Tunesië het industrie-element af overeenkomstig de bepalingen van artikel 11, lid 3, van de overeenkomst voor de produkten van bijlage 4.
Voor de in lijsten 1 en 3 van bijlage 2 opgenomen produkten van oorsprong uit de Gemeenschap schaft Tunesië het industrie-element af overeenkomstig de bepalingen van artikel 11, lid 3, van de overeenkomst voor de produkten van bijlage 5.
5.
De overeenkomstig de leden 1 en 2 toegepaste landbouwelementen kunnen worden verminderd wanneer in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Tunesië de op een basislandbouwprodukt toegepaste heffing is verlaagd of wanneer deze verminderingen het gevolg zijn van wederzijdse concessies op het gebied van verwerkte landbouwprodukten.
6.
De in lid 5 bedoelde vermindering, de lijst van betrokken produkten, en, in voorkomend geval, de tariefcontingenten, waarvoor de verlagingen gelden, worden door de Associatieraad vastgesteld.