Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2016/2284 betreffende de vermindering van de nationale emissies van bepaalde luchtverontreinigende stoffen
Artikel 11 Verslagen van de Commissie
Geldend
Geldend vanaf 31-12-2016
- Bronpublicatie:
14-12-2016, PbEU 2016, L 344 (uitgifte: 17-12-2016, regelingnummer: 2016/2284)
- Inwerkingtreding
31-12-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2016, PbEU 2016, L 344 (uitgifte: 17-12-2016, regelingnummer: 2016/2284)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
1.
De Commissie brengt uiterlijk op 1 april 2020 en vervolgens om de vier jaar, verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de vooruitgang bij de uitvoering van deze richtlijn, met inbegrip van een beoordeling van de daarmee geleverde bijdrage aan de verwezenlijking van de in artikel 1 bedoelde doelstellingen, waaronder:
- a)
vooruitgang in de richting van:
- i)
de in artikel 4 bedoelde indicatieve emissieniveaus en emissiereductieverbintenissen en, in voorkomend geval, de redenen voor het niet bereiken ervan;
- ii)
luchtkwaliteitsniveaus in overeenstemming met de luchtkwaliteitsrichtsnoeren van de Wereldgezondheidsorganisatie;
- iii)
de doelstellingen van de Unie op het gebied van biodiversiteit en ecosystemen, in overeenstemming met het 7de milieuactieprogramma;
- b)
de bepaling van verdere maatregelen die op Unieniveau en nationaal niveau nodig zijn ter verwezenlijking van de onder a) bedoelde doelstellingen;
- c)
de besteding van financieringsmiddelen van de Unie ter ondersteuning van de maatregelen die worden genomen om de doelstellingen van deze richtlijn te halen;
- d)
de resultaten van het onderzoek door de Commissie van de nationale programma's ter beheersing van de luchtverontreiniging en de actualiseringen ervan, uit hoofde van artikel 10, lid 1, derde alinea;
- e)
een evaluatie van de gezondheids-, milieu- en sociaaleconomische effecten van deze richtlijn.
2.
Indien uit het rapport blijkt dat het niet halen van de in artikel 4 bedoelde indicatieve emissieniveaus en emissiereductieverbintenissen het gevolg zou kunnen zijn van ondoeltreffende brongerelateerde Uniewetgeving ter beheersing van de luchtverontreiniging, met inbegrip van de uitvoering ervan op nationaal niveau, gaat de Commissie waar passend na of verdere actie noodzakelijk is, en houdt zij daarbij ook rekening met de sectorale effecten van de tenuitvoerlegging. In voorkomend geval dient de Commissie wetgevingsvoorstellen in, waaronder nieuwe brongerelateerde wetgeving ter beheersing van de luchtverontreiniging, teneinde het nakomen van de verbintenissen van deze richtlijn te waarborgen.