Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/65/EG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's)
Artikel 56
Geldend
Geldend vanaf 07-12-2009
- Bronpublicatie:
13-07-2009, PbEU 2009, L 302 (uitgifte: 17-11-2009, regelingnummer: 2009/65/EG)
- Inwerkingtreding
07-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-07-2009, PbEU 2009, L 302 (uitgifte: 17-11-2009, regelingnummer: 2009/65/EG)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
1.
Een beleggingsmaatschappij of een beheermaatschappij verwerft, voor het geheel der door haar beheerde en onder het toepassingsgebied van deze richtlijn vallende beleggingsfondsen, niet zoveel aandelen met stemrecht dat zij daardoor invloed van betekenis kan uitoefenen op het bestuur van een uitgevende instelling.
Tot een latere coördinatie moeten de lidstaten rekening houden met de in de wetgeving van de andere lidstaten bestaande voorschriften waarin het in lid 1 bedoelde beginsel is omschreven.
2.
Voorts mag een icbe niet meer verwerven dan:
- a)
10 % aandelen zonder stemrecht van eenzelfde uitgevende instelling;
- b)
10 % obligaties van eenzelfde uitgevende instelling;
- c)
25 % van de rechten van deelneming in eenzelfde icbe of andere instelling voor collectieve belegging in de zin van artikel 1, lid 2, onder a) en b), of
- d)
10 % van de geldmarktinstrumenten van eenzelfde uitgevende instelling.
De onder b), c) en d) genoemde begrenzingen behoeven niet in acht te worden genomen indien het brutobedrag van de obligaties of de geldmarktinstrumenten, of het nettobedrag van de uitgegeven effecten op het tijdstip van verwerving niet kan worden berekend.
3.
De lidstaten kunnen afzien van de toepassing van de leden 1 en 2 met betrekking tot:
- a)
door een lidstaat of zijn territoriale publiekrechtelijke lichamen uitgegeven of gegarandeerde effecten en geldmarktinstrumenten;
- b)
door een derde land uitgegeven of gegarandeerde effecten en geldmarktinstrumenten;
- c)
effecten en geldmarktinstrumenten uitgegeven door een internationale publiekrechtelijke instelling waartoe een of meer lidstaten behoren;
- d)
aandelen welke een icbe houdt in het kapitaal van een maatschappij van een derde land, die haar activa in hoofdzaak belegt in effecten van uitgevende instellingen uit dat land, wanneer een dergelijke deelneming krachtens de wetgeving van dat land voor de icbe de enige mogelijkheid is om in effecten van uitgevende instellingen van dat land te beleggen, of
- e)
aandelen gehouden door een beleggingsmaatschappij, of door beleggingsmaatschappijen, in het kapitaal van dochterondernemingen die uitsluitend te haren of te hunnen behoeve enkel bepaalde beheers-, advies- of verhandelings-werkzaamheden verrichten in het land waar de dochteronderneming is gevestigd, met het oog op de inkoop van rechten van deelneming op verzoek van houders.
De in de eerste alinea van dit lid onder d) bedoelde afwijking is echter slechts van toepassing indien de maatschappij van het derde land bij haar beleggingsbeleid de in de artikelen 52 en 55 en in de leden 1 en 2 van het onderhavige artikel gestelde begrenzingen in acht neemt. In geval van overschrijding van de in de artikelen 52 en 55 gestelde begrenzingen is artikel 57 van overeenkomstige toepassing.