Einde inhoudsopgave
Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Artikel 67 Rechterlijke bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen en daarmee verband houdende samenwerking tussen centrale autoriteiten
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2020
- Bronpublicatie:
24-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
In het Verenigd Koninkrijk, alsook in de lidstaten in situaties waarbij het Verenigd Koninkrijk is betrokken, zijn ten aanzien van gerechtelijke procedures die voor het eind van de overgangsperiode zijn ingeleid en ten aanzien van procedures of vorderingen die met dergelijke gerechtelijke procedures verband houden ingevolge de Artikelen 29, 30 en 31 van Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1), Artikel 19 van Verordening (EG) nr. 2201/2003 of de Artikelen 12 en 13 van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad (2), de volgende handelingen of bepalingen van toepassing:
- a)
de bepalingen inzake de rechterlijke bevoegdheid van Verordening (EU) nr. 1215/2012;
- b)
de bepalingen inzake de rechterlijke bevoegdheid van Verordening (EU) 2017/1001, Verordening (EG) nr. 6/2002, Verordening (EG) nr. 2100/94 en Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (3) en van Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad (4);
- c)
de bepalingen inzake de rechterlijke bevoegdheid van Verordening (EU) nr. 2201/2003;
- d)
de bepalingen inzake de rechterlijke bevoegdheid van Verordening (EU) nr. 4/2009.
2.
In het Verenigd Koninkrijk, alsook in de lidstaten in situaties waarbij het Verenigd Koninkrijk is betrokken, zijn ten aanzien van de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen, authentieke akten, en gerechtelijke schikkingen en overeenkomsten de volgende handelingen of bepalingen als volgt van toepassing:
- a)
Verordening (EU) nr. 1215/2012 is van toepassing op de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen die zijn gegeven inzake gerechtelijke procedures die voor het eind van de overgangsperiode zijn ingesteld en op voor het eind van de overgangsperiode verleden of geregistreerde authentieke akten en goedgekeurde of getroffen gerechtelijke schikkingen;
- b)
de bepalingen van Verordening (EU) nr. 2201/2003 betreffende erkenning en tenuitvoerlegging zijn van toepassing op beslissingen die zijn gegeven in gerechtelijke procedures die voor het eind van de overgangsperiode zijn ingesteld en op voor het eind van de overgangsperiode als authentieke akte verleden documenten en gesloten overeenkomsten;
- c)
de bepalingen van Verordening (EU) nr. 4/2009 betreffende erkenning en tenuitvoerlegging zijn van toepassing op beslissingen die zijn gegeven in gerechtelijke procedures die voor het eind van de overgangsperiode zijn ingesteld en op voor het eind van de overgangsperiode goedgekeurde of getroffen gerechtelijke schikkingen en vastgestelde authentieke akten;
- d)
Verordening (EG) nr. 805/2004 van het Europees Parlement en de Raad (5) is van toepassing op beslissingen die zijn gegeven in gerechtelijke procedures die voor het eind van de overgangsperiode zijn ingesteld en op voor het eind van de overgangsperiode goedgekeurde of getroffen gerechtelijke schikkingen en verleden authentieke akten, mits voor het eind van de overgangsperiode om de waarmerking als Europese executoriale titel werd verzocht.
3.
In het Verenigd Koninkrijk, alsook in de lidstaten in situaties waarbij het Verenigd Koninkrijk is betrokken, zijn de volgende bepalingen als volgt van toepassing:
- a)
hoofdstuk IV van Verordening (EG) nr. 2201/2003 is van toepassing op verzoeken die door de centrale autoriteit of een andere bevoegde autoriteit van de aangezochte staat voor het eind van de overgangsperiode zijn ontvangen;
- b)
hoofdstuk VII van Verordening (EG) nr. 4/2009 is van toepassing op verzoeken om erkenning of tenuitvoerlegging als bedoeld in lid, 2, onder c), van dit Artikel en op verzoeken die door de centrale autoriteit van de aangezochte staat voor het eind van de overgangsperiode zijn ontvangen;
- c)
Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad (6) is van toepassing op de in Artikel 6, lid 1, van die verordening bedoelde insolventieprocedures en vorderingen, mits het hoofdgeding voor het eind van de overgangsperiode werd ingeleid;
- d)
Verordening (EG) nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad (7) is van toepassing op Europese betalingsbevelen waarom voor het eind van de overgangsperiode is verzocht; wanneer na een dergelijk verzoek de procedure overeenkomstig Artikel 17, lid 1, van die verordening overgaat, wordt deze geacht voor het eind van de overgangsperiode te zijn ingesteld;
- e)
Verordening (EG) nr. 861/2007 van het Europees Parlement en de Raad (8) is van toepassing op procedures voor geringe vorderingen ten aanzien waarvan voor het eind van de overgangsperiode een verzoek werd gediend;
- f)
Verordening (EG) nr. 606/2013 van het Europees Parlement en de Raad (9) is van toepassing op certificaten die voor het eind van de overgangsperiode zijn afgegeven.
Voetnoten
Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 351 van 20.12.2012, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen (PB L 7 van 10.1.2009, blz. 1).
Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 805/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen (PB L 143 van 30.4.2004, blz. 15).
Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 19).
Verordening (EG) nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (PB L 399 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 861/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen (PB L 199 van 31.7.2007, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 606/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de wederzijdse erkenning van beschermingsmaatregelen in burgerlijke zaken (PB L 181 van 29.6.2013, blz. 4).