Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 852/2004 inzake levensmiddelenhygiëne
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 20-05-2004
- Redactionele toelichting
Deze verordening is gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2004, L 226).
- Bronpublicatie:
29-04-2004, PbEU 2004, L 139 (uitgifte: 30-04-2004, regelingnummer: 852/2004)
- Inwerkingtreding
20-05-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-04-2004, PbEU 2004, L 139 (uitgifte: 30-04-2004, regelingnummer: 852/2004)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Gezondheidsrecht / Algemeen
1.
Voor de uitvoering van deze verordening gelden de volgende definities:
- a)
‘levensmiddelenhygiëne’, hierna ‘hygiëne’ te noemen: de maatregelen en voorschriften die nodig zijn om de aan een levensmiddel verbonden gevaren tegen te gaan en de geschiktheid van een levensmiddel voor menselijke consumptie te waarborgen, met inachtneming van het beoogde gebruik;
- b)
‘basisproducten’: producten van de primaire productie, met inbegrip van producten van de grond, de veehouderij, de jacht en de visserij;
- c)
‘inrichting’: elke eenheid van een levensmiddelenbedrijf;
- d)
‘bevoegde autoriteit’: de centrale autoriteit van een lidstaat die bevoegd is om ervoor te zorgen dat aan de vereisten van deze verordening wordt voldaan, elke andere autoriteit waaraan die centrale autoriteit haar bevoegdheid heeft gedelegeerd, of de overeenkomstige autoriteit van een derde land;
- e)
‘gelijkwaardig’: de mogelijkheid om met verschillende methoden of regelingen dezelfde doelstellingen te bereiken;
- f)
‘verontreiniging’: de aanwezigheid of de introductie van een gevaar;
- g)
‘drinkwater’: water dat voldoet aan de minimumvereisten inzake voor menselijke consumptie bestemd water die zijn vastgesteld bij Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (1);
- h)
‘schoon zeewater’: natuurlijk of gezuiverd zee- of brakwater dat geen micro-organismen, schadelijke stoffen of giftig zeeplankton bevat in een hoeveelheid die direct of indirect invloed kan hebben op de gezondheidskwaliteit van levensmiddelen;
- i)
‘schoon water’: schoon zeewater en zoet water van een vergelijkbare kwaliteit;
- j)
‘onmiddellijke verpakking’: het plaatsen van een levensmiddel in een omhulsel of een bergingsmiddel dat rechtstreeks in contact komt met het betrokken levensmiddel, alsmede het omhulsel of het bergingsmiddel zelf;
- k)
‘verpakking’: het plaatsen van één of meer van een onmiddellijke verpakking voorziene levensmiddelen in een tweede bergingsmiddel, alsmede het tweede bergingsmiddel zelf;
- l)
‘hermetisch gesloten recipiënt’: een recipiënt die zo ontworpen en vervaardigd is dat hij volledig afgesloten is voor gevaren;
- m)
‘verwerking’: handeling die het oorspronkelijke product ingrijpend wijzigt, onder meer door middel van verhitten, roken, zouten, rijpen, drogen, marineren, extraheren of extruderen, of een combinatie van dergelijke behandelingen;
- n)
‘onverwerkte producten’: levensmiddelen die geen behandeling hebben ondergaan, met inbegrip van producten die zijn verdeeld, in partjes, plakken of stukken gesneden, uitgebeend, gehakt, van de huid ontdaan, gemalen, versneden, gereinigd, bijgesneden, gepeld, geplet, gekoeld, bevroren, diepgevroren of ontdooid;
- o)
‘verwerkte producten’: levensmiddelen die zijn ontstaan door de verwerking van onverwerkte producten; deze producten kunnen ingrediënten bevatten die nodig zijn voor de vervaardiging ervan of om ze specifieke kenmerken te geven.
2.
De definities die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 178/2002 gelden eveneens.
3.
In de bijlagen wordt verstaan onder ‘indien nodig’, ‘indien geschikt’, ‘passend’ en ‘voldoende’ respectievelijk indien nodig, indien geschikt, passend en voldoende om de doelstellingen van deze verordening te verwezenlijken.
Voetnoten
PB L 330 van 5.12.1998, blz. 32. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003.