Einde inhoudsopgave
Besluit toelichting snelle oplossingen btw 2021
4.4 Regeling inzake voorraad op afroep en de Brexit
Geldend
Geldend vanaf 23-04-2021. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
13-04-2021, Stcrt. 2021, 19872 (uitgifte: 22-04-2021, regelingnummer: 2021-3736)
- Inwerkingtreding
23-04-2021, terugwerkend tot: 01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-04-2021, Stcrt. 2021, 19872 (uitgifte: 22-04-2021, regelingnummer: 2021-3736)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Belastingen EU
In de 117e vergadering van het btw-comité (d.d. 16 november 2020) zijn de gevolgen besproken die de Brexit heeft voor de toepassing van de regeling inzake voorraad op afroep. Het gaat daarbij om goederen die onder toepassing van deze regeling uiterlijk op 31 december 20201. van Nederland naar het Verenigd Koninkrijk of vice versa zijn overgebracht en ná 31 december 2020 binnen de in artikel 3b, vierde lid, van de wet bedoelde termijn worden geleverd of teruggezonden. Het overleg binnen het btw-comité heeft geresulteerd in de bijna unanieme vaststelling van guideline nr. taxud.c1 (2021) 1757771-1006. Nederland onderschrijft de guideline. Hierna wordt nader ingegaan op de inhoud van de guideline.
De toepassing van de regeling inzake voorraad op afroep is gebonden aan de in artikel 3b, vierde lid, van de wet bedoelde termijn van twaalf maanden.2. Goederen die onder de regeling inzake voorraad op afroep uiterlijk op 31 december 2020 vanuit Nederland naar het Verenigd Koninkrijk (hierna: het VK) of vice versa zijn verzonden of vervoerd, kunnen uiterlijk tot en met 31 december 2021 onder deze regeling worden geleverd in het VK of in Nederland of worden teruggezonden naar Nederland of het VK. Hoewel de goederen fysiek vóór de Brexit zijn overgebracht, vindt de intracommunautaire levering of verwerving van deze goederen in het kader van de regeling inzake voorraad op afroep pas plaats op het moment dat de macht om als eigenaar over de goederen te beschikken overgaat naar de beoogde afnemer op het moment van levering. Ook kan het voorkomen dat die macht niet overgaat binnen de in de regeling inzake voorraad op afroep gestelde termijn van twaalf maanden en de desbetreffende goederen vóór die termijn worden teruggezonden. De richtlijn en de regeling voorraad op afroep blijven van toepassing op deze goederen die vóór de Brexit zijn overgebracht onder toepassing van de regeling inzake voorraad op afroep en nadien binnen twaalf maanden worden geleverd of teruggezonden. Vanwege de Brexit ontstaan wel andere administratieve en douane-technische gevolgen.
Hierna wordt aangegeven welke gevolgen de Brexit voor de Nederlandse btw-verplichtingen heeft voor situaties die zich kunnen voordoen bij de hiervoor bedoelde voorraad op afroep-goederen en hoe daarmee moet worden omgegaan.
- a.
Voorraad op afroep-goederen zijn uiterlijk op 31 december 2020 vanuit het VK naar Nederland verzonden of vervoerd en worden na 31 december 2020 binnen de in artikel 3b, vierde lid, van de wet bedoelde termijn geleverd
De in Nederland gevestigde ondernemer (de beoogde afnemer, bedoeld in artikel 3b, tweede lid, onderdeel a, van de wet of diens vervanger, bedoeld in artikel 3b, zesde lid, van de wet) verwerft de desbetreffende goederen intracommunautair. De in Nederland gevestigde ondernemer neemt deze intracommunautaire verwerving op in zijn btw-aangifte (rubriek 4b) en vermeldt de verworven goederen in zijn voorraad op afroep-register (artikel 34, tweede lid, onderdeel d, van de wet).
- b.
Voorraad op afroep-goederen zijn uiterlijk op 31 december 2020 vanuit het VK naar Nederland verzonden of vervoerd en worden na 31 december 2020 binnen de in artikel 3b, vierde lid, van de wet bedoelde termijn teruggezonden naar het VK
De terugzending van de desbetreffende goederen vanuit Nederland naar het VK op of na 1 januari 2021 wordt vanwege de Brexit voor de douane-regelgeving aangemerkt als de uitvoer van goederen. Voor de btw-heffing is er geen sprake van een levering in het kader van de uitvoer van goederen, omdat de goederen niet zijn geleverd aan de in Nederland gevestigde ondernemer (de beoogde afnemer of diens vervanger in de zin van de regeling inzake voorraad op afroep). De in Nederland gevestigde ondernemer (de beoogde afnemer of diens vervanger in de zin van de regeling inzake voorraad op afroep) neemt de terugzending van deze goederen op in zijn voorraad op afroep-register (artikel 34, tweede lid, onderdeel d, van de wet).
- c.
Voorraad op afroep-goederen zijn uiterlijk op 31 december 2020 vanuit Nederland naar het VK verzonden of vervoerd en worden na 31 december 2020 binnen de in artikel 3b, vierde lid, van de wet bedoelde termijn geleverd
De in Nederland gevestigde ondernemer wordt geacht op het moment dat hij de goederen levert aan de ondernemer in het VK (de beoogde afnemer of diens vervanger in de zin van de regeling inzake voorraad op afroep) een intracommunautaire levering te verrichten in Nederland. In verband met de Brexit is het voor de in Nederland gevestigde ondernemer niet meer mogelijk om bij de levering in zijn opgaaf ICP het btw-identificatienummer van de ondernemer in het VK op te nemen.3. In verband hiermee keur ik het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur onder voorwaarde goed dat de in Nederland gevestigde ondernemer de intracommunautaire levering niet opneemt in rubriek 3b van zijn btw-aangifte en ook niet vermeldt in zijn opgaaf ICP.
Voorwaarde
Voor deze goedkeuring geldt de voorwaarde dat de in Nederland gevestigde ondernemer de levering van de goederen opneemt in zijn voorraad op afroep-register (artikel 34, tweede lid, onderdeel c, van de wet).
Desgewenst kan de in Nederland gevestigde ondernemer de op de (intracommunautaire) levering betrekking hebbende omzet opnemen in rubriek 1e van zijn btw-aangifte.
- d.
Voorraad op afroep-goederen zijn uiterlijk op 31 december 2020 vanuit Nederland naar het VK verzonden of vervoerd en worden na 31 december 2020 binnen de in artikel 3b, vierde lid, van de wet bedoelde termijn teruggezonden naar Nederland
Het terugzenden van de desbetreffende goederen vanuit het VK naar Nederland wordt ná 31 december 2020 in het VK aangemerkt als de uitvoer van goederen en in Nederland in principe als de invoer van (terugkerende) goederen. Uit praktische overwegingen keur ik het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur onder voorwaarden goed dat het na 31 december 2020 terugzenden van deze goederen vanuit het VK naar Nederland voor de btw-heffing wordt aangemerkt als de wederinvoer van goederen als bedoeld in artikel 21, onderdeel a, van de wet in samenhang met artikel 7:26, eerste lid, van de Algemene douaneregeling. De omstandigheid dat de in Nederland gevestigde ondernemer bij deze goederen niet beschikt over een voorafgaande aangifte ten uitvoer en dat op deze goederen bij invoer geen btw komt te drukken vormen geen belemmering voor het aannemen van wederinvoer. Voor deze goedkeuring gelden de volgende twee voorwaarden.
Voorwaarden
- 1.
De in Nederland gevestigde ondernemer neemt de terugzending van de goederen op in zijn voorraad op afroep-register (artikel 34, tweede lid, onderdeel c, van de wet).
- 2.
Voor de aangifte tot wederinvoer4. bij de Douane moet gebruik worden gemaakt van de desbetreffende vervoersdocumenten5. (CMR-brief of Bill of Lading).
De in Nederland gevestigde ondernemer vermeldt de terugzending van de goederen niet in zijn opgaaf ICP, omdat deze terugzending als wederinvoer wordt aangemerkt.
Voetnoten
Op 31 december 2020 is de overgangsperiode voor het VK geëindigd (zie artikel 126 van het Terugtrekkingsakkoord (Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2019/C 284 I/01)).
D.w.z. dat de goederen binnen twaalf maanden na aankomst in de lidstaat waarnaar zij zijn verzonden of vervoerd moeten worden geleverd aan de ondernemer bedoeld in artikel 3b, tweede lid, onderdeel c, of het zesde lid, van de wet of worden teruggezonden naar de in artikel 3b, vijfde lid, van de wet bedoelde ondernemer. Hierbij geldt dat geen van de situaties genoemd in artikel 3b, zevende lid, zich hebben voorgedaan.
Vanaf 1 januari 2021 zijn de EU-systemen gesloten voor het VK.
aangifte tot plaatsing onder de regeling terugkerende goederen.
de documenten die betrekking hebben op het vervoer van deze goederen vanuit Nederland naar het VK dat uiterlijk op 31 december 2020 heeft plaatsgevonden.