Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor inrichtingen waar landdieren worden gehouden en broederijen, alsmede voor de traceerbaarheid van bepaalde gehouden landdieren en broedeieren
Artikel 23 Documentatieverplichtingen van de exploitanten van inrichtingen waar runderen, schapen, geiten en varkens worden gehouden
Geldend
Geldend vanaf 25-12-2019
- Bronpublicatie:
28-06-2019, PbEU 2019, L 314 (uitgifte: 05-12-2019, regelingnummer: 2019/2035)
- Inwerkingtreding
25-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2019, PbEU 2019, L 314 (uitgifte: 05-12-2019, regelingnummer: 2019/2035)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Veterinair recht
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
Exploitanten van geregistreerde inrichtingen waar runderen, schapen, geiten en varkens worden gehouden, registreren de volgende gegevens over die dieren:
- a)
de geboortedatum van elk dier dat in de inrichting wordt gehouden;
- b)
de datum van de natuurlijke dood, de slacht of het verlies van elk dier in de inrichting;
- c)
het type elektronisch identificatiemiddel of tatoeage en de plaats daarvan, indien bij het dier aangebracht;
- d)
de oorspronkelijke identificatiecode van elk geïdentificeerd dier, indien deze code is gewijzigd, alsmede de reden voor die wijziging.
2.
Exploitanten van inrichtingen waar schapen en geiten worden gehouden, registreren de in lid 1, onder a), bedoelde gegevens in de vorm van het geboortejaar van elk dergelijk dier dat in de inrichting wordt gehouden.
3.
Exploitanten van inrichtingen waar varkens worden gehouden, worden vrijgesteld van de verplichting de in lid 1, onder a), bedoelde gegevens te registreren.
4.
Indien schapen, geiten of varkens die in de inrichting worden gehouden, alleen geïdentificeerd worden door het unieke identificatienummer van de inrichting waar zij zijn geboren, registreren de exploitanten van inrichtingen de in lid 1 bedoelde informatie voor elke groep dieren met hetzelfde unieke identificatienummer van de inrichting waar zij zijn geboren, alsmede het totale aantal dieren in die groep.
5.
Als in de inrichting gehouden varkens niet overeenkomstig artikel 53 zijn geïdentificeerd, dan
- a)
is de exploitant van de inrichting niet verplicht de in lid 1 bedoelde informatie te registreren;
- b)
registreert de exploitant van de inrichting voor elke groep dieren die van hun inrichting worden verplaatst, de gegevens zoals bedoeld in artikel 102, lid 1, onder b), van Verordening (EU) 2016/429, alsmede het totale aantal dieren in die groep.