Einde inhoudsopgave
Regeling vervolg verdeling frequenties commerciële radio-omroep 2003
Artikel 7 Vraag- en antwoordprocedure
Geldend
Geldend vanaf 10-08-2003
- Bronpublicatie:
29-07-2003, Stcrt. 2003, 151 (uitgifte: 08-08-2003, regelingnummer: MBL/JZ/2003/38079)
- Inwerkingtreding
10-08-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-07-2003, Stcrt. 2003, 151 (uitgifte: 08-08-2003, regelingnummer: MBL/JZ/2003/38079)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Eenieder aan wie het aanvraagdocument overeenkomstig artikel 6 is verstrekt, kan met betrekking tot dat document vragen stellen aan de minister. De vragen worden uitsluitend schriftelijk ingediend met gebruikmaking van de daarvoor bestemde enveloppen die in het aanvraagdocument zijn opgenomen en gaan vergezeld van een diskette met daarop een elektronische versie van de vragen. Indien er verschillen bestaan tussen de schriftelijke en de elektronische versie van de vragen, is de schriftelijke versie bindend. De vragen worden uiterlijk op 22 augustus 2003, vóór 14.00 uur, door tussenkomst van de notaris op het in artikel 6, tweede lid, genoemde adres, door de minister ontvangen.
2.
De vragen worden zodanig geformuleerd dat ze niet tot de identiteit van de vragensteller herleidbaar zijn en worden in de Nederlandse taal gesteld. De identiteit van de vragensteller is alleen aan de notaris bekend.
3.
Uiterlijk op 3 september 2003 zendt de minister aan eenieder aan wie het aanvraagdocument is verstrekt schriftelijk antwoord op de vragen die tijdig zijn ontvangen en die voldoen aan de eisen, bedoeld in het eerste en tweede lid, vergezeld van de niet tot de identiteit van de vragensteller herleidbare versie van de vragen.