Einde inhoudsopgave
Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Artikel 185 Inwerkingtreding en toepassing
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2020
- Bronpublicatie:
24-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Dit akkoord treedt in werking op een van de volgende data, al naargelang welke datum eerder valt:
- (a)
de dag na afloop van de in Artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn, zoals verlengd door de Europese Raad in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk, op voorwaarde dat de depositaris van dit akkoord vóór die datum de schriftelijke kennisgevingen van de Unie en het Verenigd Koninkrijk over de voltooiing van de noodzakelijke interne procedures heeft ontvangen;
- (b)
de eerste dag van de maand volgende op de ontvangst door de depositaris van dit akkoord van de laatste van de onder a) bedoelde schriftelijke kennisgevingen.
In het geval dat de depositaris van dit akkoord de onder a) bedoelde schriftelijke kennisgevingen niet heeft ontvangen vóór het einde van de in Artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn, zoals verlengd door de Europese Raad in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk, treedt dit akkoord niet in werking.
Bij het doen van de in de eerste alinea bedoelde schriftelijke kennisgeving kan de Unie ten aanzien van een lidstaat die redenen heeft aangevoerd in verband met de fundamentele beginselen van het nationale recht van die lidstaat, verklaren dat gedurende de overgangsperiode, naast de gronden voor weigering van de tenuitvoerlegging van het Europees aanhoudingsbevel bedoeld in Kaderbesluit 2002/584/JBZ, de uitvoerende gerechtelijke autoriteiten van die lidstaat kunnen weigeren eigen onderdanen op grond van een Europees aanhoudingsbevel over te leveren aan het Verenigd Koninkrijk. In voorkomend geval kan het Verenigd Koninkrijk tot een maand na de ontvangst van de verklaring van de Unie verklaren dat zijn uitvoerende gerechtelijke autoriteiten kunnen weigeren om eigen onderdanen aan die lidstaat over te leveren.
Delen twee en drie, met uitzondering van Artikel 19, Artikel 34, lid 1, Artikel 44 en Artikel 96, lid 1, alsook titel I van deel zes en de Artikelen 169 tot en met 181 zijn van toepassing vanaf het eind van de overgangsperiode.
Het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland is van toepassing vanaf het eind van de overgangsperiode, met uitzondering van de volgende bepalingen van dat protocol, die van toepassing zijn vanaf de inwerkingtreding van dit akkoord:
- —
Artikel 1;
- —
Artikel 5, lid 2, derde, vierde en zesde alinea;
- —
Artikel 5, lid 3, tweede zin;
- —
Artikel 10, lid 2, laatste zin;
- —
Artikel 12, lid 3;
- —
Artikel 13, lid 8;
- —
Artikel 14;
- —
Artikel 15, leden 1 tot en met 4, en lid 6;
- —
Artikel 19;
- —
bijlage 6, eerste alinea.
Het Protocol betreffende de zones van Cyprus die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland vallen, uitgezonderd Artikel 11 daarvan, is van toepassing vanaf het eind van de overgangsperiode.
Het protocol inzake Gibraltar, uitgezonderd Artikel 1 daarvan, is aan het eind van de overgangsperiode niet langer van kracht.