Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2017/541 inzake terrorismebestrijding en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/475/JBZ en tot wijziging van Besluit 2005/671/JBZ
Artikel 3 Terroristische misdrijven
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2017
- Bronpublicatie:
15-03-2017, PbEU 2017, L 88 (uitgifte: 31-03-2017, regelingnummer: 2017/541)
- Inwerkingtreding
20-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-2017, PbEU 2017, L 88 (uitgifte: 31-03-2017, regelingnummer: 2017/541)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Openbare orde en veiligheid / Hulpverlening
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
1.
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de volgende opzettelijke handelingen, die overeenkomstig het nationale recht als misdrijven zijn gekwalificeerd en die door de aard of context ervan een land of een internationale organisatie ernstig kunnen schaden, worden aangemerkt als terroristische misdrijven indien zij worden gepleegd met een van de in lid 2 bedoelde oogmerken:
- a)
aanslagen op het leven van een persoon die de dood tot gevolg kunnen hebben;
- b)
ernstige schendingen van de lichamelijke integriteit van een persoon;
- c)
ontvoering of gijzeling;
- d)
het veroorzaken van grootschalige vernieling van een publiek of overheidsgebouw of installatie, een vervoersysteem, een infrastructuurvoorziening, met inbegrip van een informaticasysteem, een vast platform op het continentaal plat, een openbare plaats of niet voor het publiek toegankelijk terrein, waardoor mensenlevens in gevaar kunnen worden gebracht of grote economische schade kan worden aangericht;
- e)
het kapen van een luchtvaartuig, vaartuig of ander transportmiddel voor personen- of goederenvervoer;
- f)
het vervaardigen, bezitten, verwerven, vervoeren, leveren of gebruiken van explosieven of wapens, met inbegrip van chemische, biologische, radiologische of kernwapens, alsmede het verrichten van onderzoek naar en het ontwikkelen van chemische, biologische, radiologische of kernwapens;
- g)
het laten ontsnappen van gevaarlijke stoffen of het veroorzaken van brand, een overstroming of een ontploffing, waardoor mensenlevens in gevaar worden gebracht;
- h)
het verstoren of onderbreken van de toevoer van water, elektriciteit of andere essentiële natuurlijke hulpbronnen, waardoor mensenlevens in gevaar worden gebracht;
- i)
onrechtmatige systeemverstoring als bedoeld in artikel 4 van Richtlijn 2013/40/EU van het Europees Parlement en de Raad (19), in gevallen waarin artikel 9, lid 3, of artikel 9, lid 4, onder b) of c), van die richtlijn van toepassing is, en onrechtmatige gegevensverstoring als bedoeld in artikel 5 van die richtlijn, in gevallen waarin artikel 9, lid 4, onder c), van die richtlijn van toepassing is;
- j)
het bedreigen met een van de onder a) tot en met i) genoemde handelingen.
2.
De oogmerken als bedoeld in lid 1 zijn:
- a)
een bevolking ernstig vrees aanjagen;
- b)
een overheid of internationale organisatie op onrechtmatige wijze dwingen een handeling te verrichten of na te laten;
- c)
de politieke, constitutionele, economische of sociale basisstructuren van een land of een internationale organisatie ernstig ontwrichten of vernietigen.
Voetnoten
Richtlijn 2013/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 over aanvallen op informatiesystemen en ter vervanging van Kaderbesluit 2005/222/JBZ van de Raad (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 8).