Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 wat betreft regels voor bewaking, uitroeiingsprogramma's en de ziektevrije status voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en nieuwe ziekten
Artikel 85 Overgangsbepalingen met betrekking tot bestaande uitroeiings- of bewakingsprogramma's
Geldend
Geldend vanaf 23-06-2020
- Bronpublicatie:
17-12-2019, PbEU 2020, L 174 (uitgifte: 03-06-2020, regelingnummer: 2020/689)
- Inwerkingtreding
23-06-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2019, PbEU 2020, L 174 (uitgifte: 03-06-2020, regelingnummer: 2020/689)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Veterinair recht
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
De lidstaten en zones daarvan die vóór de datum van toepassing van deze verordening een goedgekeurd uitroeiingsprogramma of een goedgekeurd bewakingsprogramma hebben, worden geacht voor de volgende ziekten gedurende een periode van zes jaar, te rekenen vanaf de datum van toepassing van deze verordening, een goedgekeurd uitroeiingsprogramma overeenkomstig deze verordening te hebben:
- a)
IBR/IPV, wanneer het uitroeiingsprogramma voor IBR/IPV overeenkomstig Richtlijn 64/432/EEG is goedgekeurd;
- b)
infectie met ADV, wanneer het uitroeiingsprogramma voor de ziekte van Aujeszky overeenkomstig Richtlijn 64/432/EEG is goedgekeurd;
- c)
VHS, wanneer het bewakings- of uitroeiingsprogramma voor VHS overeenkomstig Richtlijn 2006/88/EG is goedgekeurd;
- d)
IHN, wanneer het bewakings- of uitroeiingsprogramma voor IHN overeenkomstig Richtlijn 2006/88/EG is goedgekeurd;
- e)
infectie met ISAV met HPR-deletie, wanneer het bewakings- of uitroeiingsprogramma voor infectie met ISAV met HPR-deletie overeenkomstig Richtlijn 2006/88/EG is goedgekeurd;
- f)
infectie met Bonamia ostreae, wanneer het bewakings- of uitroeiingsprogramma voor infectie met Bonamia ostreae overeenkomstig Richtlijn 2006/88/EG is goedgekeurd;
- g)
infectie met Marteilia refringens, wanneer het bewakings- of uitroeiingsprogramma voor infectie met Marteilia refringens overeenkomstig Richtlijn 2006/88/EG is goedgekeurd;
- h)
infectie met WSSV, wanneer het uitroeiingsprogramma voor het wittevlekkensyndroom overeenkomstig Richtlijn 2006/88/EG is goedgekeurd.
2.
De compartimenten in lidstaten die vóór de datum van toepassing van deze verordening een goedgekeurd uitroeiingsprogramma of een goedgekeurd bewakingsprogramma hebben, worden geacht voor de volgende ziekten gedurende een periode van zes jaar, te rekenen vanaf de datum van toepassing van deze verordening, een goedgekeurd uitroeiingsprogramma overeenkomstig deze verordening te hebben:
- a)
VHS, wanneer het bewakings- of uitroeiingsprogramma voor VHS overeenkomstig Richtlijn 2006/88/EG is goedgekeurd;
- b)
IHN, wanneer het bewakings- of uitroeiingsprogramma voor IHNovereenkomstig Richtlijn 2006/88/EG is goedgekeurd;
- c)
infectie met ISAV met HPR-deletie, wanneer het bewakings- of uitroeiingsprogramma voor infectie met ISAV met HPR-deletie overeenkomstig Richtlijn 2006/88/EG is goedgekeurd;
- d)
infectie met Bonamia ostreae, wanneer het bewakings- of uitroeiingsprogramma voor infectie met Bonamia ostreae overeenkomstig Richtlijn 2006/88/EG is goedgekeurd;
- e)
infectie met Marteilia refringens, wanneer het bewakings- of uitroeiingsprogramma voor infectie met Marteilia refringens overeenkomstig Richtlijn 2006/88/EG is goedgekeurd;
- f)
infectie met WSSV, wanneer het bewakings- of uitroeiingsprogramma voor het wittevlekkensyndroom overeenkomstig Richtlijn 2006/88/EG is goedgekeurd.
3.
De lidstaten die geacht worden een goedgekeurd uitroeiingsprogramma hebben overeenkomstig lid 1 of lid 2, zorgen ervoor dat de maatregelen van het programma in overeenstemming zijn met de in deze verordening voor uitroeiingsprogramma's vastgestelde maatregelen.