Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (C)
10.1.4 De ex nunc toets
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2022
- Bronpublicatie:
28-06-2022, Stcrt. 2022, 16773 (uitgifte: 30-06-2022, regelingnummer: WBV 2022/14)
- Inwerkingtreding
01-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2022, Stcrt. 2022, 16773 (uitgifte: 30-06-2022, regelingnummer: WBV 2022/14)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De IND beoordeelt of de vreemdeling op het moment van herbeoordeling in aanmerking komt voor internationale bescherming op grond van artikel 29, eerste lid, Vw. Het uitvoeren van de ex nunc toets hoeft niet vooraf gegaan te worden door een ex tunc toets.
Als de vreemdeling op het moment van herbeoordeling in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, Vw, dan kan de IND een intrekking van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd of afwijzing van de aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur daarvan achterwege laten. De IND kan in de uitzonderingsgevallen genoemd in paragrafen C2/10.2.1.2, C2/10.3.1.2 en C2/10.6.3 Vc de verblijfsvergunning wel intrekken en de aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd wel afwijzen.
In het geval van de voornoemde uitzonderingen neemt de IND geen terugkeerbesluit en wijst de IND de vreemdeling erop dat hij een nieuwe asielaanvraag kan indienen. Als de vreemdeling van deze mogelijkheid gebruik maakt, dan neemt de IND deze aanvraag als opvolgende asielaanvraag in behandeling (zie verder paragraaf C1/2.9 Vc). In het geval de vreemdeling zijn verblijfsvergunning heeft gekregen op grond van artikel 29, tweede lid, Vw, terwijl de vreemdeling niet eerder een zelfstandige asielprocedure heeft doorlopen, dan neemt de IND een dergelijke aanvraag als eerste aanvraag in behandeling.