Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (C)
10.1.3 De ex tunc toets
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2023
- Bronpublicatie:
27-03-2023, Stcrt. 2023, 9373 (uitgifte: 31-03-2023, regelingnummer: WBV 2023/7)
- Inwerkingtreding
01-04-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-03-2023, Stcrt. 2023, 9373 (uitgifte: 31-03-2023, regelingnummer: WBV 2023/7)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De IND laat de afwijzing van de aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd dan wel de intrekking daarvan achterwege als de IND oordeelt dat er op het moment van verlening van de oorspronkelijke verblijfsvergunning asiel sprake was van:
- –
één of meerdere andere grond(en) voor verlening als bedoeld in artikel 29 Vw; én
- –
die grond(en) voor verlening op het moment van herbeoordeling niet is komen te vervallen.
Bij de ex tunc toets wordt enkel de informatie die ten tijde van het verlenen van de verblijfsvergunning asiel bekend was getoetst aan het op dat moment geldende beleid. Nieuwe informatie wordt niet getoetst binnen de ex tunc toets. Voor de gevallen waarin de IND geen ex tunc toets verricht, wordt verwezen naar de paragrafen C2/10.2 tot en met C2/10.7 Vc.
Als de IND de afwijzing van de verlenging dan wel de intrekking van de verblijfsvergunning op grond van de ex tunc toets achterwege laat, betekent dat het einde van de herbeoordeling. De IND informeert de vreemdeling dan per brief dat:
- –
de verblijfsvergunning asiel niet wordt ingetrokken; of
- –
zijn aanvraag tot verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel wordt ingewilligd.
Als de IND besluit dat de grond voor verlenging van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd gewijzigd moet worden, dan verzoekt de IND de vreemdeling om een verlengingsaanvraag te doen, zodat de grondslag per datum verlengingsaanvraag gewijzigd kan worden in het informatiesysteem van de IND.