Einde inhoudsopgave
Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie
Artikel 36
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
07-07-2010, Stb. 2010, 335 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken: 32017)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 388 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
De president van het Hof is bevoegd een rechter die de waardigheid van zijn ambt, zijn ambtsbezigheden of ambtelijke verplichtingen verwaarloost of die zich schuldig maakt aan een overtreding als bedoeld in artikel 32, onder d, na hem in de gelegenheid te hebben gesteld mondeling of schriftelijk zijn zienswijze naar voren te brengen, de nodige schriftelijke waarschuwingen te geven.
2.
Van het mondeling naar voren brengen van de zienswijze, bedoeld in het eerste lid wordt een proces-verbaal opgemaakt dat door de betrokken rechter en door de president, wordt ondertekend. Weigert de rechter het proces-verbaal te ondertekenen, dan wordt daarvan, zo mogelijk met vermelding van de redenen, melding gemaakt. Aan de rechter wordt een afschrift van het proces-verbaal verstrekt.