Einde inhoudsopgave
Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie
Artikel 29
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
07-07-2010, Stb. 2010, 335 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken: 32017)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 388 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Een rechter wordt door de Hoge Raad geschorst indien hij:
- a.
zich in voorlopige hechtenis bevindt;
- b.
bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens een misdrijf is veroordeeld dan wel hem bij een dergelijke uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
- c.
bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, hij surséance van betaling heeft gekregen, dan wel wegens schulden is gegijzeld.
2.
Een rechter kan door de Hoge Raad worden geschorst indien:
- a.
tegen hem een gerechtelijk vooronderzoek ter zake van een misdrijf is ingesteld;
- b.
er een ander ernstig vermoeden is voor het bestaan van feiten of omstandigheden die tot ontslag, anders dan op grond van artikel 30, eerste of tweede lid, of artikel 31 zouden kunnen leiden.
3.
De schorsing, bedoeld in de voorgaande leden, eindigt na drie maanden. De Hoge Raad kan de maatregel telkens voor ten hoogste drie maanden verlengen.
4.
De Hoge Raad beëindigt de schorsing zodra de grond voor deze maatregel is vervallen.
5.
De Hoge Raad kan bij de beslissing, waarbij de rechter wordt geschorst, bepalen dat tijdens de duur van de schorsing geen inkomsten uit deze dienstbetrekking zullen worden genoten of slechts een daarbij te bepalen gedeelte van deze inkomsten zal worden genoten.
6.
Indien de schorsing anders dan door ontslag eindigt, kan de Hoge Raad beslissen dat het niet genoten salaris geheel of voor een daarbij te bepalen gedeelte alsnog zal worden uitbetaald.