Einde inhoudsopgave
Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie
Artikel 37
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
07-07-2010, Stb. 2010, 335 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken: 32017)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 388 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Tegen een rechtspositionele beschikking of handeling waarbij een rechter, de directeur bedrijfsvoering, een gerechtsambtenaar, een rechterlijk ambtenaar in opleiding, een gewezen rechter, een gewezen directeur bedrijfsvoering, een gewezen gerechtsambtenaar of een gewezen rechterlijk ambtenaar in opleiding als zodanig, hun nagelaten betrekkingen of hun rechtverkrijgenden belanghebbende zijn, kan een belanghebbende beroep instellen bij het Gerecht in eerste aanleg van het land waar belanghebbende woont. Indien belanghebbende niet woont in één van de landen, is het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao bevoegd.
2.
Tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg kan een belanghebbende hoger beroep instellen bij het Hof.
3.
De behandeling en de beslissing in hoger beroep geschieden door een meervoudige kamer van het Hof bestaande uit een lid of plaatsvervangend lid van het Hof als voorzitter en twee andere personen niet zijnde rechters.
4.
De andere personen bedoeld in het derde lid worden benoemd bij koninklijk besluit voor een periode van drie jaar. De voordracht daartoe wordt gedaan op voorstel van Onze Ministers gezamenlijk. Herbenoeming is mogelijk.
5.
Op de andere personen bedoeld in het derde lid is artikel 24, eerste en tweede lid, van overeenkomstige toepassing.
6.
Op de behandeling van het beroep en het hoger beroep zijn de regels van het procesrecht voor de behandeling van ambtenaarrechtelijke geschillen van het land waarin het beroep wordt behandeld van overeenkomstige toepassing.
7.
Geen beroep kan worden ingesteld tegen
- a.
een beschikking tot benoeming of aanstelling, tenzij het beroep wordt ingesteld door een rechter, gerechtsambtenaar, directeur bedrijfsvoering of rechterlijk ambtenaar in opleiding als zodanig, hun nagelaten betrek kingen of hun rechtverkrijgenden;
- b.
een beschikking van de Hoge Raad als bedoeld in de artikelen 29 tot en met 32;
- c.
een vordering als bedoeld in artikel 33.
8.
Met een beschikking, handeling of vordering bedoeld in dit artikel wordt een weigering te beslissen, te handelen of te vorderen gelijkgesteld.