Einde inhoudsopgave
Wet onderstandsregeling ingevolge artikel 2 van de Garantiewet Burgerlijk Overheidspersoneel Indonesië
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 22-12-1951. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 09-07-1950
- Bronpublicatie:
21-12-1951, Stb. 1952, 592 (uitgifte: 18-01-1952, kamerstukken: 1795 )
- Inwerkingtreding
22-12-1951, terugwerkend tot: 09-07-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-1951, Stb. 1952, 592 (uitgifte: 18-01-1952, kamerstukken: 1795 )
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
Behoudens het bepaalde in artikel 7 wordt de in artikel 3 bedoelde onderstand toegekend, uiterlijk tot het tijdstip, waarop bij doordienen recht op normaal pensioen zou zijn verkregen, voor de duur van:
bij een diensttijd van minder dan 6 jaren: 2 jaren
bij een diensttijd van 6 tot aan 7 jaren: 2 jaren en 3 maanden
bij een diensttijd van 7 tot aan 8 jaren: 2 jaren en 6 maanden
bij een diensttijd van 8 tot aan 9 jaren: 2 jaren en 9 maanden
bij een diensttijd van 9 of meer jaren: 3 jaren.
2.
Indien daartoe in bijzondere gevallen in verband met de noodzakelijk te achten duur der herscholing aanleiding bestaat, kunnen de in het voorafgaande lid bedoelde termijnen op schriftelijk verzoek van belanghebbenden door Onze Minister voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen in overleg met Onze Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen worden verlengd met een termijn van ten hoogste 1 jaar.