Einde inhoudsopgave
Wet onderstandsregeling ingevolge artikel 2 van de Garantiewet Burgerlijk Overheidspersoneel Indonesië
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 22-12-1951. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 09-07-1950
- Bronpublicatie:
21-12-1951, Stb. 1952, 592 (uitgifte: 18-01-1952, kamerstukken: 1795 )
- Inwerkingtreding
22-12-1951, terugwerkend tot: 09-07-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-1951, Stb. 1952, 592 (uitgifte: 18-01-1952, kamerstukken: 1795 )
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
De onderstand, bedoeld in artikel 2, bedraagt voor hem, die ten tijde van het ontslag kostwinner is en voorzolang hij deze hoedanigheid behoudt:
- a.
gedurende twee jaren 60 ten honderd van de eerste ƒ 500.‒ en 40 ten honderd van het restant,
- b.
gedurende de resterende termijn 40 ten honderd van de eerste ƒ 500.‒ en 30 ten honderd van het restant,
a. en b. van de activiteitswedde, voorzover deze een bedrag van ƒ 1250.‒ 's maands niet te boven gaat.
2.
Voor een niet-kostwinner bedragen de percentages, bedoeld in lid 1, onder:
- a.
onderscheidenlijk 50 en 30,
- b.
onderscheidenlijk 35 en 25.