Einde inhoudsopgave
Wet onderstandsregeling ingevolge artikel 2 van de Garantiewet Burgerlijk Overheidspersoneel Indonesië
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 22-12-1951. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 09-07-1950
- Bronpublicatie:
21-12-1951, Stb. 1952, 592 (uitgifte: 18-01-1952, kamerstukken: 1795 )
- Inwerkingtreding
22-12-1951, terugwerkend tot: 09-07-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-1951, Stb. 1952, 592 (uitgifte: 18-01-1952, kamerstukken: 1795 )
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Aan hem, die ten tijde van het ontslag een leeftijd van tenminste 40 jaar en een voor pensioen tellende diensttijd van tenminste 10 jaar heeft bereikt en bij het verstrijken van het tijdvak, waarover onderstand ingevolge het bepaalde in de artikelen 3 en 4 is genoten, de leeftijd van 45 jaar nog niet heeft bereikt, wordt tot en met de maand, waarin de laatstgenoemde leeftijd wordt bereikt, een overbruggingsonderstand toegekend, bedragende:
- a.
indien hij ten tijde van het ontslag kostwinner was en deze hoedanigheid gedurende het tijdvak, genoemd in artikel 4, heeft behouden, voorzolang hij deze hoedanigheid ook verder blijft behouden, 25 ten honderd,
- b.
in andere gevallen 20 ten honderd,
a. en b. van de activiteitswedde, voorzover deze een bedrag van ƒ 1250.‒ 's maands niet te boven gaat, met dien verstande, dat deze onderstand niet kan uitgaan boven de blijvende onderstand, bedoeld in de artikelen 6 en 7.