Einde inhoudsopgave
Besluit omzetting, fusie of taakafsplitsing
1 Inleiding
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
13-12-2022, Stcrt. 2022, 32167 (uitgifte: 30-12-2022, regelingnummer: 2022-0000023865)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2022, Stcrt. 2022, 32167 (uitgifte: 30-12-2022, regelingnummer: 2022-0000023865)
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Schenk- en erfbelasting / Schenkbelasting
Dit besluit bevat het beleid over de vrijstellingen van de artikelen 32 en 33 Successiewet 1956. Ook wordt behandeld de belastingheffing bij een omzetting, fusie of taakafsplitsing.
De goedkeuring in onderdeel 6 ter voorkoming van samenloop van vennootschapsbelasting en schenkbelasting is uitgebreid.
De eenmalige verhoogde vrijstelling van schenkbelasting voor een schenking ten behoeve van de eigen woning wordt afgeschaft. Per 1 januari 2023 is deze vrijstelling verlaagd tot het bedrag van de eenmalige verhoogde vrijstelling zonder bestedingseis. Per 1 januari 2024 volgt afschaffing. Onderdeel 8, dat het beleid inzake de eenmalige verhoogde vrijstelling schenkbelasting bevat, is geactualiseerd naar aanleiding van vorenbedoelde wetswijzigingen. Voor schenkingen vanaf 1 januari 2023 geldt dit besluit. Voor schenkingen van voor die datum, blijft het besluit van 28 november 2018, nr. 2018-194402 gelden.
In onderdeel 8.a tot en met 8.c wordt de afschaffing van de eenmalige verhoogde vrijstelling schenkbelasting ten behoeve van de eigen woning beschreven. De onderdelen 8.1.1 en 8.1.2 blijven van belang voor de vrijstelling van artikel 33, onderdeel 5° van de Successiewet 1956 en voor de eenmalige verhoogde vrijstelling eigen woning van artikel 33, onderdeel 7° van de Successiewet 1956 zoals dat onderdeel luidt in 2023. De voorbeelden in deze goedkeuringen zijn redactioneel aangepast naar aanleiding van de nieuwe wetgeving.
De onderdelen 8.2.1 tot en met 8.2.4 zijn aangepast. De voorbeelden zijn redactioneel aangepast aan de wetgeving zoals deze geldt vanaf 1 januari 2023. Per 1 januari 2024 worden artikel 33, onderdeel 5°, onder c en onderdeel 7° van de Successiewet 1956 afgeschaft. Dit betekent dat de wet geen eenmalige verhoogde vrijstelling eigen woning meer kent, waardoor deze onderdelen met ingang van die datum geen belang meer hebben.
Onderdeel 8.2.5 is verduidelijkt. Na een ontbinding van een eerdere schenking ten behoeve van de eigen woning, is een hernieuwd beroep op een eenmalige verhoogde vrijstelling mogelijk.
In onderdeel 8.2.6 was een goedkeuring opgenomen voor schenkingen van vóór 1 januari 2017 onder de opschortende voorwaarde van aanwending voor een eigen woning. Dit onderdeel heeft door tijdsverloop zijn belang verloren en is om deze reden niet langer opgenomen.
In het nieuwe onderdeel 10 is een goedkeuring opgenomen die de mogelijkheid opent om schenkbelasting terug te krijgen in de situatie dat een schuldigerkenning vervalt bij overlijden.
De overige onderdelen van het besluit zijn overgenomen uit het genoemde besluit van 29 november 2018. Daarbij zijn waar nodig ter verduidelijking enkele redactionele aanpassingen aangebracht, zonder inhoudelijke gevolgen.
De goedkeuringen in dit besluit zijn gebaseerd op artikel 63 Algemene wet inzake rijksbelastingen (de hardheidsclausule).
Onbenoemd 1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen