Einde inhoudsopgave
Invorderingswet 1990
Artikel 23 [Verhaal met betrekking tot vermogensrendementsheffing]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Redactionele toelichting
Bij de tekstplaatsing zijn de verwijzingen in de artikelen vernummerd.
- Bronpublicatie:
18-04-2002, Stb. 2002, 230 jo Stb. 2002, 429 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
18-04-2002, Stb. 2002, 230 jo Stb. 2002, 429 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken: 27245)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-11-2002, Stb. 2002, 558 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Invordering / Verhaalsrecht
Invordering (V)
De ontvanger kan de belastingaanslagen in de inkomstenbelasting, voorzover zij betrekking hebben op goederen, verkregen onder de ontbindende voorwaarde van overlijden waarbij zich een opschortende voorwaarde ten gunste van een verwachter aansluit, op goederen waarvan de belastingschuldige het wettelijk vruchtgenot heeft, dan wel op goederen die de belastingschuldige ter beschikking staan krachtens een genotsrecht als bedoeld in artikel 5.22, derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, op die goederen verhalen als waren zij niet met die rechten bezwaard, een en ander voorzover deze goederen bestanddelen vormen van de rendementsgrondslag, bedoeld in artikel 5.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001.