Einde inhoudsopgave
Provinciewet
Artikel 79c [Benoeming]
Geldend
Geldend vanaf 12-03-2003
- Bronpublicatie:
16-01-2003, Stb. 2003, 17 (uitgifte: 17-01-2003, kamerstukken: 28384)
- Inwerkingtreding
12-03-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-01-2003, Stb. 2003, 18 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
Overheidsfinanciën / Provinciebeleid
1.
Provinciale staten benoemen de leden van de rekenkamer voor de duur van zes jaar.
2.
Indien de rekenkamer uit twee of meer leden bestaat, benoemen provinciale staten uit de leden de voorzitter.
3.
Provinciale staten kunnen plaatsvervangende leden benoemen. Indien de rekenkamer uit één lid bestaat, benoemen provinciale staten in ieder geval een plaatsvervangend lid. Deze paragraaf is op plaatsvervangende leden van overeenkomstige toepassing.
4.
Provinciale staten kunnen een lid herbenoemen.
5.
Voorafgaand aan de benoemingen, bedoeld in het eerste tot en met vierde lid, plegen provinciale staten overleg met de rekenkamer.
6.
Een lid van de rekenkamer wordt door provinciale staten ontslagen:
- a.
op eigen verzoek;
- b.
bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap;
- c.
indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
- d.
indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;
- e.
indien hij naar het oordeel van provinciale staten ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.
7.
Een lid van de rekenkamer kan door provinciale staten worden ontslagen:
- a.
indien hij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen;
- b.
indien hij handelt in strijd met artikel 79h juncto artikel 15, eerste en tweede lid.