Einde inhoudsopgave
Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds
Artikel 93 Bekrachtiging en inwerkingtreding
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2003
- Redactionele toelichting
Voorlopige toepassing vanaf 02-08-2000, vastgesteld bij Besluit nr. 1/2000 (2000/483/EG) van 27-07-2000 (Trb. 2002, 14).
- Bronpublicatie:
23-06-2000, Trb. 2001, 57 (uitgifte: 03-04-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-06-2003, Trb. 2003, 89 (uitgifte: 18-06-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
1.
De Overeenkomst wordt door de ondertekenende partijen bekrachtigd of goedgekeurd overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke regels en procedures.
2.
De akten van bekrachtiging of goedkeuring van de Overeenkomst worden, wat de ACS-staten betreft, nedergelegd bij het secretariaatgeneraal van de Raad van de Europese Unie en, wat de Gemeenschap en de lidstaten betreft, bij het secretariaat-generaal van de ACS-staten. De secretariaten stellen de ondertekenende staten en de Gemeenschap hiervan onverwijld in kennis.
3.
De Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de akten van bekrachtiging van de lidstaten en van tenminste twee derde van de ACS-staten, alsmede de akte van goedkeuring van de Overeenkomst door de Gemeenschap, zijn nedergelegd.
4.
De ACS-staat die de in leden 1 en 2 bedoelde procedures op de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst, zoals deze in lid 3 is vastgesteld, niet heeft voltooid, kan zulks slechts doen binnen 12 maanden na deze datum en onverminderd het bepaalde in lid 6.
Voor dergelijke staten wordt de Overeenkomst van toepassing op de eerste dag van de tweede maand volgende op de voltooiing van deze procedures. Deze staten erkennen de geldigheid van elke maatregel die na de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst met het oog op de tenuitvoerlegging daarvan is genomen.
5.
In het reglement van orde van de bij de Overeenkomst opgerichte gezamenlijke instellingen wordt bepaald onder welke voorwaarden de vertegenwoordigers van de ondertekenende staten bedoeld in lid 4 als waarnemer in die instellingen zitting kunnen hebben.
6.
De Raad van Ministers kan besluiten speciale steun toe te kennen aan ACS-staten die de vorige ACS-EG-overeenkomsten hebben ondertekend en die door het ontbreken van normaal opgerichte overheidsinstellingen de Overeenkomst niet hebben kunnen ondertekenen of bekrachtigen. Deze steun kan betrekking hebben op institutionele opbouw en activiteiten in verband met de economische en sociale ontwikkeling, waarbij in het bijzonder rekening wordt gehouden met de behoeften van de kwetsbaarste bevolkingsgroepen. Dergelijke landen kunnen in dit verband een beroep doen op de middelen die in deel 4 van deze Overeenkomst voor financiële en technische samenwerking beschikbaar worden gesteld.
In afwijking van lid 4, mogen de betrokken landen die de Overeenkomst hebben ondertekend de bekrachtigingsprocedures voltooien binnen de twaalf maanden na het herstel van de overheidsinstellingen.
De betrokken landen die de Overeenkomst niet hebben ondertekend noch bekrachtigd kunnen door middel van de toetredingsprocedure bedoeld in artikel 94 tot de Overeenkomst toetreden.