Einde inhoudsopgave
Kaderbesluit 2002/584/JBZ betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten
Artikel 2 Toepassingsgebied van het Europees aanhoudingsbevel
Geldend
Geldend vanaf 07-08-2002
- Bronpublicatie:
13-06-2002, PbEG 2002, L 190 (uitgifte: 18-07-2002, regelingnummer: 2002/584/JBZ)
- Inwerkingtreding
07-08-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2002, PbEG 2002, L 190 (uitgifte: 18-07-2002, regelingnummer: 2002/584/JBZ)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Een Europees aanhoudingsbevel kan worden uitgevaardigd wegens feiten die door de wet van de uitvaardigende lidstaat strafbaar zijn gesteld met een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel, met een maximum van ten minste twaalf maanden of, wanneer een straf of een maatregel is opgelegd, wegens opgelegde sancties met een duur van ten minste vier maanden.
2.
Tot overlevering op grond van een Europees aanhoudingsbevel kunnen leiden, onder de voorwaarden van dit kaderbesluit en zonder toetsing van de dubbele strafbaarheid van het feit, de navolgende strafbare feiten, indien daarop in de uitvaardigende lidstaat een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel staat met een maximum van ten minste drie jaar en zoals omschreven in het recht van de uitvaardigende lidstaat:
- —
deelneming aan een criminele organisatie,
- —
terrorisme,
- —
mensenhandel,
- —
seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie,
- —
illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen,
- —
illegale handel in wapens, munitie en explosieven,
- —
corruptie,
- —
fraude, met inbegrip van fraude waardoor de financiële belangen van de Gemeenschap worden geschaad zoals bedoeld in de Overeenkomst van 26 juli 1995 aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen,
- —
witwassen van opbrengsten van misdrijven,
- —
vervalsing met inbegrip van namaak van de euro,
- —
informaticacriminaliteit,
- —
milieumisdrijven, met inbegrip van de illegale handel in bedreigde diersoorten en bedreigde planten- en boomsoorten,
- —
hulp bij illegale binnenkomst en illegaal verblijf,
- —
moord en doodslag, zware mishandeling,
- —
illegale handel in menselijke organen en weefsels,
- —
ontvoering, wederrechtelijke vrijheidsberoving en gijzeling,
- —
racisme en vreemdelingenhaat,
- —
georganiseerde of gewapende diefstal,
- —
illegale handel in cultuurgoederen, waaronder antiquiteiten en kunstvoorwerpen,
- —
oplichting,
- —
racketeering en afpersing,
- —
namaak van producten en productpiraterij,
- —
vervalsing van administratieve documenten en handel in valse documenten,
- —
vervalsing van betaalmiddelen,
- —
illegale handel in hormonale stoffen en andere groeibevorderaars,
- —
illegale handel in nucleaire en radioactieve stoffen,
- —
handel in gestolen voertuigen,
- —
verkrachting,
- —
opzettelijke brandstichting,
- —
misdrijven die onder de rechtsmacht van het Internationaal Strafhof vallen,
- —
kaping van vliegtuigen/schepen,
- —
sabotage.
3.
De Raad kan te allen tijde met eenparigheid van stemmen en na raadpleging van het Europees Parlement overeenkomstig artikel 39, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie besluiten andere categorieën van strafbare feiten aan de lijst van lid 2 van dit artikel toe te voegen. De Raad overweegt in het licht van het door de Commissie overeenkomstig artikel 34, lid 3, ingediende verslag of deze lijst moet worden uitgebreid of gewijzigd.
4.
Ten aanzien van andere dan de in lid 2 van dit artikel bedoelde strafbare feiten kan overlevering afhankelijk worden gesteld van de voorwaarde dat het Europees aanhoudingsbevel berust op een naar het recht van de uitvoerende lidstaat strafbaar feit, ongeacht de bestanddelen of de kwalificatie ervan.