Einde inhoudsopgave
Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds
Artikel 25 Vrijwaringsmaatregelen voor de overgangsperiode
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2004
- Redactionele toelichting
Dit artikel wordt voorlopig toegepast vanaf 01-01-2000.
- Bronpublicatie:
11-10-1999, Trb. 2000, 45 (uitgifte: 01-05-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-07-2004, Trb. 2004, 183 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
1.
Onverminderd het bepaalde in artikel 24 kunnen buitengewone maatregelen van beperkte duur die afwijken van het bepaalde in de artikelen 12 en 15 door Zuid-Afrika worden genomen in de vorm van verhoging of wederinstelling van douanerechten.
2.
Deze maatregelen mogen echter slechts betrekking hebben op pas gevestigde industrieën of sectoren die ten gevolge van de bij de artikelen 12 en 15 vastgestelde verlaging van de rechten door de toegenomen invoer uit de Gemeenschap met ernstige moeilijkheden hebben te kampen, met name wanneer deze moeilijkheden ernstige sociale problemen veroorzaken.
3.
De bij deze maatregelen ingestelde douanerechten die in Zuid-Afrika van toepassing zijn op producten van oorsprong uit de Gemeenschap mogen niet hoger zijn dan het laagste van de volgende drie rechten, namelijk het basisrecht, het toepasselijke meestbegunstigingsrecht of 20% ad valorem, en moeten een preferentie-element blijven bevatten voor producten van oorsprong uit de Gemeenschap. De totale waarde van alle producten waarop deze maatregelen van toepassing zijn mag niet hoger zijn dan 10% van de waarde van de gehele invoer van industrieproducten uit de Gemeenschap in het laatste jaar waarvoor statistieken beschikbaar zijn.
4.
Deze maatregelen mogen voor een periode van ten hoogste vier jaar worden toegepast. Uiterlijk bij afloop van de maximale overgangsperiode van twaalf jaar houden zij op van toepassing te zijn. Deze termijnen mogen bij wijze van uitzondering bij besluit van de Samenwerkingsraad worden verlengd.
5.
Deze maatregelen kunnen ten aanzien van een bepaald product niet meer worden genomen, indien meer dan drie jaar zijn verstreken sinds alle rechten en kwantitatieve beperkingen of heffingen of maatregelen van gelijke werking voor dat product zijn afgeschaft.
6.
Zuid-Afrika stelt de Samenwerkingsraad in kennis van de buitengewone maatregelen die zij voornemens is te nemen; op verzoek van de Gemeenschap wordt over deze maatregelen overleg gepleegd voordat zij worden toegepast, teneinde een bevredigende oplossing te bereiken. De kennisgeving van Zuid-Afrika bevat een indicatief tijdschema voor de invoering en daaropvolgende afschaffing van de in te stellen douanerechten.
7.
Indien binnen 30 dagen na kennisgeving geen overeenstemming is bereikt over de in lid 6 bedoelde voorgenomen maatregelen, kan Zuid-Afrika passende maatregelen nemen om het probleem op te lossen, en legt het de Samenwerkingsraad het definitieve tijdschema voor voor de afschaffing van de op grond van dat artikel ingestelde douanerechten. Volgens dit tijdschema worden de rechten uiterlijk een jaar na instelling geleidelijk in gelijke jaarfasen afgeschaft. De Samenwerkingsraad kan besluiten dat een ander tijdschema moet worden gevolgd.