Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 524/2013 onlinebeslechting van consumentengeschillen en wijziging Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG (verordening ODR consumenten)
Artikel 5 Oprichting van het ODR-platform
Geldend
Geldend vanaf 08-07-2013
- Bronpublicatie:
21-05-2013, PbEU 2013, L 165 (uitgifte: 18-06-2013, regelingnummer: 524/2013)
- Inwerkingtreding
08-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-05-2013, PbEU 2013, L 165 (uitgifte: 18-06-2013, regelingnummer: 524/2013)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Alternatieve geschillenbeslechting
1.
De Commissie ontwikkelt het ODR-platform en is verantwoordelijk voor de werking ervan, inclusief alle voor de toepassing van deze verordening vereiste vertaaltaken, het onderhoud ervan, de financiering en de gegevensbeveiliging. Het ODR-platform is gebruikersvriendelijk. Bij de ontwikkeling, de werking en het onderhoud van het ODR-platform wordt gewaarborgd dat vanaf de ontwerpfase de persoonlijke levenssfeer van de gebruikers ervan geëerbiedigd wordt (‘ingebouwde privacy’) en dat het ODR-platform zo goed mogelijk toegankelijk en bruikbaar is voor iedereen, ook de kwetsbare gebruikers (‘ontwerpen voor iedereen’).
2.
Het ODR-platform vormt één enkel toegangspunt voor consumenten en ondernemers die buitengerechtelijke beslechting nastreven van geschillen waarop deze verordening van toepassing is. Het ODR-platform is een interactieve website die elektronisch en gratis toegankelijk is in alle officiële talen van de instellingen van de Unie.
3.
De Commissie maakt het ODR-platform, waar passend, toegankelijk via haar websites, die informatie aan burgers en ondernemingen in de Unie verstrekken en meer bepaald via de overeenkomstig Besluit 2004/387/EG ingestelde portaalsite ‘Uw Europa’.
4.
Het ODR-platform heeft de volgende taken:
- a)
een elektronisch klachtenformulier verstrekken dat door de indiener van de klacht overeenkomstig artikel 8 kan worden ingevuld;
- b)
de adressaat van de klacht in kennis stellen van de klacht;
- c)
bepalen welke de bevoegde ADR-entiteit(en) is (zijn) en de klacht doorgeleiden aan de ADR-entiteit die de partijen conform artikel 9 zijn overeengekomen te zullen gebruiken;
- d)
gratis een elektronische applicatie (case management tool) aanbieden met behulp waarvan de partijen en de ADR-entiteit de geschillenbeslechtingsprocedure online via het ODR-platform kunnen voeren;
- e)
aan de partijen en de ADR-entiteit de vertaling verstrekken van de informatie die noodzakelijk is voor de beslechting van het geschil en die via het ODR-platform wordt uitgewisseld;
- f)
een elektronisch formulier verstrekken door middel waarvan de ADR-entiteiten de in artikel 10, onder c), bedoelde informatie toezenden;
- g)
in een feedbacksysteem voorzien dat partijen in staat stelt hun standpunten kenbaar te maken over het functioneren van het ODR-platform en over de ADR-entiteit die hun klacht heeft afgehandeld;
- h)
het volgende voor het publiek beschikbaar maken:
- i)
algemene informatie over ADR als middel van buitengerechtelijke geschillenbeslechting;
- ii)
informatie over overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 2013/11/EU in de lijst opgenomen ADR-entiteiten die bevoegd zijn voor het behandelen van geschillen waarop deze verordening van toepassing is;
- iii)
een onlinehandleiding over de wijze van indiening van klachten via het ODR-platform;
- iv)
informatie, met inbegrip van contactgegevens, over de door de lidstaten overeenkomstig artikel 7, lid 1, van deze verordening aangewezen ODR-contactpunten;
- v)
cijfers over het resultaat van de via het ODR-platform aan de ADR-entiteiten doorgeleide geschillen.
5.
De Commissie zorgt ervoor dat de in lid 4, onder h), bedoelde informatie nauwkeurig en bijgewerkt is en op duidelijke, begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke wijze beschikbaar wordt gesteld.
6.
Overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 2013/11/EU in de lijst opgenomen ADR-entiteiten die bevoegd zijn voor het behandelen van geschillen waarop deze verordening van toepassing is, worden elektronisch geregistreerd bij het ODR-platform.
7.
De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen maatregelen vast met betrekking tot de wijze van uitvoering van de in lid 4 van dit artikel bedoelde taken. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 16, lid 3, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.