Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 183/2005 tot vaststelling van voorschriften voor diervoederhygiëne
Artikel 13 Erkenning van inrichtingen
Geldend
Geldend vanaf 08-02-2005
- Bronpublicatie:
12-01-2005, PbEU 2005, L 35 (uitgifte: 08-02-2005, regelingnummer: 183/2005)
- Inwerkingtreding
08-02-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-01-2005, PbEU 2005, L 35 (uitgifte: 08-02-2005, regelingnummer: 183/2005)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Algemeen
1.
De bevoegde autoriteit erkent een inrichting alleen wanneer, voordat met de activiteiten is begonnen, tijdens een bezoek ter plaatse is vastgesteld dat de inrichting aan de eisen van deze verordening voldoet.
2.
De bevoegde autoriteit kan een voorlopige erkenning verlenen wanneer bij het bezoek ter plaatse blijkt dat de inrichting voldoet aan alle eisen inzake infrastructuur en uitrusting. Een definitieve erkenning verleent zij alleen wanneer bij een herhaald bezoek, af te leggen binnen drie maanden na de voorlopige erkenning, blijkt dat de inrichting ook aan de overige in lid 1 bedoelde eisen voldoet. Indien er duidelijk vooruitgang is geboekt, maar de inrichting nog niet aan al die vereisten voldoet, kan de bevoegde autoriteit de voorlopige erkenning verlengen. De totale geldigheidsduur van de voorlopige erkenning mag echter niet meer dan zes maanden bedragen.