Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2002/56/EG betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen
Artikel 13
Geldend
Geldend vanaf 09-08-2002
- Bronpublicatie:
13-06-2002, PbEG 2002, L 193 (uitgifte: 20-07-2002, regelingnummer: 2002/56/EG)
- Inwerkingtreding
09-08-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2002, PbEG 2002, L 193 (uitgifte: 20-07-2002, regelingnummer: 2002/56/EG)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
De lidstaten schrijven voor, dat verpakkingen en bakken van basispootgoed en gecertificeerd pootgoed
- a)
aan de buitenkant worden voorzien van een nog niet gebruikt officieel etiket dat beantwoordt aan de vereisten van bijlage III en waarvan de gegevens gesteld zijn in één van de officiële talen aan de Gemeenschap. De kleur van het etiket is wit voor basispootgoed en blauw voor gecertificeerd pootgoed. Indien het etiket van een oogje is voorzien, wordt voor de bevestiging van dat etiket steeds een officieel zegel gebruikt. Het gebruik van officiële gometiketten is toegestaan. Volgens de in artikel 25, lid 2, bedoelde procedure mag worden toegestaan dat de voorgeschreven aanduidingen onder officieel toezicht onuitwisbaar op de verpakkingen worden aangebracht volgens het model van het etiket;
- b)
een officieel certificaat bevatten in de kleur van het etiket en met ten minste de in bijlage III, deel A, punten 3, 4 en 6, voor het etiket voorgeschreven gegevens. Het certificaat moet een zodanige vorm hebben dat het niet kan worden verward met het onder a) bedoelde officiële etiket. Het certificaat is niet vereist wanneer de gegevens onuitwisbaar op de verpakking zijn aangebracht of wanneer overeenkomstig het bepaalde onder a) een gometiket of een etiket van scheurvrij materiaal wordt gebruikt.
2.
Voor op hun grondgebied gesloten kleine verpakkingen kunnen de lidstaten voorzien in afwijkingen van lid 1. Volgens de in artikel 25, lid 2, bedoelde procedure kunnen voorwaarden voor deze afwijkingen worden vastgesteld.