Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2002/56/EG betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen
Artikel 17
Geldend
Geldend vanaf 09-08-2002
- Bronpublicatie:
13-06-2002, PbEG 2002, L 193 (uitgifte: 20-07-2002, regelingnummer: 2002/56/EG)
- Inwerkingtreding
09-08-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2002, PbEG 2002, L 193 (uitgifte: 20-07-2002, regelingnummer: 2002/56/EG)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
De lidstaten zien erop toe dat pootgoed dat overeenkomstig de verplicht dan wel facultatief toe te passen bepalingen van deze richtlijn in de handel wordt gebracht, ten aanzien van eigenschappen, onderzoek, aanduiding en sluiting aan geen andere dan de in deze richtlijn of in andere richtlijnen vastgestelde beperkingen voor het in de handel brengen wordt onderworpen.
2.
De Commissie verleent volgens de in artikel 25, lid 2, bedoelde procedure machtiging om voor het in de handel brengen van pootaardappelen op het grondgebied van één of meer lidstaten of delen daarvan strengere maatregelen te treffen dan die welke zijn vastgesteld in de bijlagen I en II tegen schadelijke organismen die in de betrokken gebieden niet voorkomen of die voor de teelt in die gebieden bijzonder nadelig kunnen zijn. Bij onmiddellijk gevaar van binnendringen of uitbreiding van dergelijke schadelijke organismen kunnen vanaf het ogenblik waarop het verzoek wordt gedaan tot het ogenblik waarop de Commissie hieromtrent definitief haar standpunt bepaalt door de betrokken lidstaat maatregelen worden getroffen.