Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 236 Dochterondernemingen van een verzekerings- of herverzekeringsonderneming: voorwaarden
Geldend
Geldend vanaf 06-01-2010
- Bronpublicatie:
25-11-2009, PbEU 2009, L 335 (uitgifte: 17-12-2009, regelingnummer: 2009/138/EG)
- Inwerkingtreding
06-01-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2009, PbEU 2009, L 335 (uitgifte: 17-12-2009, regelingnummer: 2009/138/EG)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
De lidstaten schrijven voor dat de voorschriften van de artikelen 238 tot en met 239 van toepassing zijn op elke verzekerings- of herverzekeringsonderneming die de dochteronderneming van een verzekerings- of herverzekeringsonderneming is indien aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
- a)
de dochteronderneming ten aanzien waarvan de groepstoezichthouder geen besluit overeenkomstig artikel 214, lid 2, heeft genomen, valt onder het groepstoezicht dat overeenkomstig deze titel door de groepstoezichthouder op het niveau van de moederonderneming wordt uitgeoefend;
- b)
de Risk managementprocessen en internecontrolemechanismen van de moederonderneming bestrijken de dochteronderneming, en de moederonderneming toont ten genoegen van de betrokken toezichthoudende autoriteiten aan dat er van een prudente bedrijfsvoering van de dochteronderneming sprake is;
- c)
aan de moederonderneming is een vergunning verleend als bedoeld in artikel 246, lid 4, derde alinea;
- d)
aan de moederonderneming is een vergunning verleend als bedoeld in artikel 256, lid 2;
- e)
de moederonderneming heeft een aanvraag ingediend om aan de artikelen 238 en 239 te worden onderworpen en deze aanvraag is ingewilligd volgens de procedure van artikel 237.