Einde inhoudsopgave
Besluit Deelnemingsvrijstelling
2.1.2 Kostprijs deelneming; versterken bestaande aandeelhoudersrechten; afkoop voorkeursrecht medeaandeelhouder
Geldend
Geldend vanaf 21-09-2024
- Bronpublicatie:
19-09-2024, Stcrt. 2024, 29714 (uitgifte: 20-09-2024, regelingnummer: 2024-20865)
- Inwerkingtreding
21-09-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-09-2024, Stcrt. 2024, 29714 (uitgifte: 20-09-2024, regelingnummer: 2024-20865)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Deelnemingsvrijstelling
De kostprijs van een deelneming wordt verhoogd met een betaling die is gericht op het versterken van de bestaande aandeelhoudersrechten.
Voorbeeld
BV X wenst haar aandelen in een vennootschap, waarop de deelnemingsvrijstelling van toepassing is, te verkopen aan een derde. Met het oog hierop koopt BV X het voorkeursrecht van haar medeaandeelhouder, BV Y af. BV X kan de afkoopsom niet ten laste van de belastbare winst brengen. De afkoopsom is er namelijk op gericht de al bestaande aandeelhoudersrechten te versterken. Hierdoor kan BV X overgaan tot verkoop van de aandelen, zonder dat de aandelen eerst aan BV Y moeten worden aangeboden. In dit voorbeeld kwalificeert de afkoopsom daarom als een betaling die de kostprijs van de deelneming verhoogt. De arresten HR 23 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2124 en HR 10 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1270 doen hier niet aan af. In deze arresten heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de vraag wanneer de deelnemingsvrijstelling van toepassing is op een schadevergoeding die het gevolg is van een beoogde verwerving of vervreemding die niet doorgaat. Dat is een andere vraag dan de vraag wanneer de kostprijs van een bedrijfsmiddel moet worden verhoogd bij de afkoop van een voorkeursrecht van een medeaandeelhouder.