Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 38 Toezicht op uitbestede functies en werkzaamheden
Geldend
Geldend vanaf 23-05-2014
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2016.
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 153 (uitgifte: 22-05-2014, regelingnummer: 2014/51/EU)
- Inwerkingtreding
23-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 153 (uitgifte: 22-05-2014, regelingnummer: 2014/51/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onverminderd artikel 49 zorgen de lidstaten ervoor dat verzekerings- en herverzekeringsondernemingen die een functie of een verzekerings- of herverzekeringsactiviteit uitbesteden, de nodige maatregelen treffen opdat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- a)
de dienstverlener moet in verband met de uitbestede functie of activiteit samenwerken met de toezichthoudende autoriteiten van de verzekerings- en herverzekeringsonderneming;
- b)
de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen, hun accountants en de toezichthoudende autoriteiten moeten daadwerkelijk toegang hebben tot gegevens over de uitbestede functies of activiteiten;
- c)
de toezichthoudende autoriteiten moeten daadwerkelijk toegang hebben tot de bedrijfsruimten van de dienstverlener en moeten hun toegangsrechten daadwerkelijk kunnen uitoefenen.
2.
De lidstaat waar de dienstverlener is gevestigd, staat de toezichthoudende autoriteiten van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming toe dat zij zelf of door middel van personen die zij daartoe machtigen, controles in de bedrijfsruimten van de dienstverlener verrichten. De toezichthoudende autoriteit van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming stelt de relevante autoriteit van de lidstaat van de dienstverlener in kennis alvorens zij de controle ter plaatse verricht. Bij een niet onder toezicht staande entiteit is de in kennis te stellen autoriteit de toezichthoudende autoriteit.
De toezichthoudende autoriteiten van de lidstaat van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming mogen dergelijke controles ter plaatse delegeren aan de toezichthoudende autoriteiten van de lidstaat waar de dienstverlener is gevestigd.
Indien een toezichthoudende autoriteit de toezichthoudende autoriteiten van een lidstaat van de dienstverlener in kennis heeft gesteld van haar voornemen om een inspectie ter plaatse in overeenstemming met dit lid uit te voeren, of indien deze toezichthoudende autoriteit een inspectie ter plaatse uitvoert in overeenstemming met de eerste alinea maar die toezichthoudende autoriteit niet in staat is in de praktijk haar recht om inspectie ter plaatse uit te voeren uit te oefenen, mag de toezichthoudende autoriteit overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 de zaak naar de EIOPA doorverwijzen en om haar bijstand verzoeken. In dat geval mag de EIOPA handelen overeenkomstig de haar bij dat artikel toegekende bevoegdheden.
Overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EU) nr. 1094/2010, is de EIOPA gerechtigd deel te nemen aan inspecties ter plaatse wanneer deze door twee of meer toezichthoudende autoriteiten gezamenlijk worden uitgevoerd.