Einde inhoudsopgave
Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
Artikel 30 [Geel zwaai- of knipperlicht]
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2009
- Redactionele toelichting
Aanstellingen van verkeersregelaars afgegeven voor de inwerkingtreding van deze wijziging behouden hun geldigheid zolang hun geldigheidsduur niet is verstreken of, indien geen geldigheidsduur is vastgesteld, tot vijf jaren na inwerkingtreding van deze wijziging, dan wel tot zij zijn vervangen door een aanstelling op grond van art. 56 van het BABW, zoals dit komt te luiden na inwerkingtreding van deze wijziging. Aanvragen om als verkeersregelaar te worden aangesteld, ingediend voor de inwerkingtreding van deze wijziging, worden na dat tijdstip behandeld overeenkomstig de voorschriften zoals deze golden voor de datum van inwerkingtreding van deze wijziging. Deze wijziging kan niet worden doorgevoerd.
- Bronpublicatie:
08-12-2008, Stb. 2009, 5 (uitgifte: 01-01-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
26-11-2008, Stb. 2008, 513 (uitgifte: 16-12-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-12-2008, Stb. 2009, 5 (uitgifte: 01-01-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
26-11-2008, Stb. 2008, 513 (uitgifte: 16-12-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Verkeerstekens en verkeersmaatregelen
1.
Bestuurders van motorvoertuigen die voor nader aan te geven werkzaamheden worden gebruikt, voeren onder nader aan te geven omstandigheden geel of groen zwaai-, flits- of knipperlicht. De in artikel 29, eerste lid, genoemde bestuurders voeren in die gevallen geel of groen zwaai-, flits- of knipperlicht in plaats van blauw zwaai-, flits- of knipperlicht. De bestuurder van het motorvoertuig die als eerste of enige de plek bereikt om de daar aan hem opgedragen taak uit te voeren, mag in plaats van dat licht, blauw zwaai-, flits- of knipperlicht voeren.
2.
Bij ministeriële regeling worden voorschriften vastgesteld betreffende het geel of groen zwaai-, flits- of knipperlicht en de werkzaamheden en omstandigheden waarbij deze signalen worden gevoerd.